Interview 01
De geïnterviewde werd geboren in een calvinistisch burgergezin in Hillegersberg...
De geïnterviewde werd op 16 maart 1943 geboren. Haar oudste zus is van 1940, haar broertje is van 1944 en haar jongste zus is van 1949. Haar vader groeide op in een rood gezin. Grootvader was voorman van de SDAP en bracht het zelfs tot locoburgemeester. Vader werd hoofdonderwijzer. Omdat hij in het onderwijs zat, vroeg de burgemeester in de oorlogsjaren collectes te organiseren voor de Winterhulp. Dit deed hij zo goed, dat het bestuur van de Winterhulp hem in 1942 heeft gevraagd in dienst te komen. Vader zei zijn baan in het onderwijs op en werd uiteindelijk adjunct-directeur Winterhulp in de provincie Friesland. Later dat jaar sloot hij zich aan bij de NSB.
Op 15 april 1945 werden de ouders van de geïnterviewde gearresteerd. Haar moeder werd vrijwel meteen weer vrijgelaten. Huis en de huisraad werden in beslag genomen. Moeder en kinderen woonden op verschillende adressen. Uiteindelijk konden ze bij haar oma in Ter Apel terecht. Daar werkte haar moeder als tegenprestatie in de kruidenierszaak van haar ouders. Van andere familieleden was er weinig steun. Vader zat opgesloten in onder andere Leeuwarden, Harlingen, Sondel, Sellingen Beetse en kamp Westerbork. Er werd contact met elkaar gehouden via brieven.
Na twee jaar gevangenschap, op 17 april 1947, werd vader vrijgelaten. De geïnterviewde was toen vier jaar. Het gezin kende de jaren daarna veel armoede.
Over de ervaringen in de oorlog werd thuis weinig gesproken. Wel kregen de kinderen van hun ouders te horen dat de zaken in werkelijkheid genuanceerder lagen.
De geïnterviewde voelde zich in haar kinderjaren minderwaardig en buitengesloten. Ze begreep niet waar dit aan lag. Rond haar dertigste is ze twee jaar lang enorm boos op haar vader en verdenkt hem van allerlei zaken. Later zakt deze woede weg en werd het contact hersteld. Haar ouders woonden inmiddels in Spanje. Met haar vader heeft ze nooit kunnen praten over zijn ervaringen in het kamp, wel met haar moeder over de gehele periode. Rond haar vijftigste liep ze vast en kwam ze bij het RIAGG terecht, die haar weer doorstuurde naar ‘Herkenning’. Ze vindt het jammer dat er over het algemeen zo eenzijdig naar de oorlog gekeken wordt.