De geïnterviewde werd op 26 juli 1927 geboren in Wassenaar. Zijn vader was Nederlander, zijn moeder Duitse. De ouders hadden een garage met een tankstation in Wassenaar. De geïnterviewde was hier niet in geïnteresseerd. Rond zijn zestiende besluit hij als eerste bediende op een kantoor te gaan werken. In de oorlogsjaren kwamen regelmatig militairen bij de familie over de vloer om een kopje koffie te drinken. Eén van hen was de voormalige kampcommandant van kamp Westerbork. De familie van de geïnterviewde kwam hier pas na de oorlog achter. Later bleek dat de geïnterviewde vroeger veel met de kinderen van de kampcommandant heeft gespeeld. Deze familie woonde vlakbij zijn tante in Düsseldorf waar hij in zijn kindertijd regelmatig logeerde.
In voorjaar ’44 is het erg onrustig in Nederland en vertrekt het gezin naar Duitsland. Ze verbleven bij een tante in de buurt van Göttingen. Na binnenkomst van de Amerikanen kreeg de geïnterviewde een baantje bij de Military Police. Na de bevrijding van Nederland keerde hij samen met zijn vader terug. Zijn moeder volgde later. Bij de Nederlandse grens werd de geïnterviewde echter aangehouden en naar het interneringskamp Westerbork overgebracht. Na ongeveer drie weken werd hij alweer vrijgelaten. Hij mocht terug naar Wassenaar. Wel moest hij zich regelmatig in Duindigt bij de autoriteiten melden.