Soldatenkinderen, interview 01 (Deel 1), Oorlogsliefdekind
De geinterviewde is kind van een Nederlandse militair en een Indonesische moeder...
Kind_IND_15 is vermoedelijk geboren op 30 of 31 december 1949. Op het moment van het gesprek schatten zij de leeftijd van hun moeder op zo’n 90 jaar oud, maar dat is gissen. Kind_IND_15’s vader is de Nederlander J.G., die tijdens de koloniale oorlog als militair o.a. op Bali is gelegerd. Kind_IND_15’s moeder (zie interview Moeder_IND_18) verzorgt maaltijden voor de soldaten in de kazerne van Baturiti, en zo ontmoet ze J.G..
Waarschijnlijk is J.G. vertrokken naar Java en later naar Nederland, waarna het contact verbroken is geraakt. Moeder_IND_18 is bij vertrek van J.G. al zwanger van Kind_IND_15. Als J.G. niet meer terug blijkt te keren uit Nederland, krijgt Moeder_IND_18 een andere man. Kind_IND_15 heeft zo een paar halfbroertjes en –zusjes.
Volgens Kind_IND_15 heeft zijn vader het eerste jaar na zijn vertrek nog regelmatig geld gestuurd vanuit Nederland, maar op een gegeven moment houdt dat op. Moeder_IND_18 kan de brieven niet lezen en ook niet terugschrijven, omdat zij analfabeet is. Om in hun levensonderhoud te voorzien, werkt Moeder_IND_18 op de markt als verkoopster. Kind_IND_15 doet gewoon mee met het gezin en wordt door zijn stiefvader gewoon behandeld, maar als iedereen volwassen is, kan hij volgens het Balinese erfrecht geen aanspraak maken op de geboortegrond en familiewoning en moet hij als enige kind het voorouderlijke huis verlaten. De adat zegt namelijk dat je alleen maar recht hebt op het familiegoed als je vader daaraan financieel heeft bijgedragen. Kind_IND_15 kan dus ook geen eigen grond aan zijn kinderen en kindskinderen doorgeven, wat een grote zorg is voor hem en zijn erfopvolgers.
Kind_IND_15 gebruikt als jong kind aanvankelijk de achternaam G., maar dat leidt op school tot problemen omdat de naam te westers klinkt, en hij stopt ermee om deze achternaam te gebruiken. Tot zijn tiende levensjaar wordt Kind_IND_15 vaak geplaagd door vriendjes wegens zijn blanke voorkomen. Zij schelden hem uit voor ‘kind van een Nederlander’ of ‘kind van de onderdrukker’. Hij komt dan vaak huilend thuis bij zijn moeder. Hij ervoer het ook als pijnlijk dat zijn vader hem verlaten had.
Aan een Nederlander die op Bali verblijft, vertelt Kind_IND_15 het verhaal van zijn afkomst. Het verhaal wordt gepubliceerd en door een veteraan in Amerika gelezen, die het meteen herkent en de vader van Kind_IND_15 op de hoogte stelt. Zo krijgen vader en zoon voor het eerst weer contact. De vader is dan al oud. Kind_IND_15 heeft sindsdien een foto van zijn vader. Tien jaar later ontvangt hij via vrienden van zijn vader een ‘video-boodschap’ op een VHS-band. Inmiddels is vader J.G. overleden. Kind_IND_15 heeft zijn vader nooit in levenden lijve ontmoet. Volgens een traditionele genezer (dukun) is in zijn oudste kleinkind A. zijn vader gereincarneerd. Daarmee is voor hem de cirkel rond.