42:24
Ja, die was.., ja, die was dolsgelukkig. Nou, mijn moeder, die stond te juichen natuurlijk. Maar ik zeg het: het mens was toen helemaal slecht van de honger en ja, en ze wou ons, die dacht natuurlijk dat wij ook honger hadden, ze haalde die blik met kaken tevoorschijn, nou, dat hadden wij direct niet nodig, want wij hadden genoeg gehad. Ja, ik.., ik.., maar ik zeg het dat Zweedse brood van de, dat werd toen door Zweden gegeven, dat is niet door de vliegtui- gen neergegooid, maar dat is toen door schepen aangevoerd. En dat hebt zoveel verlenging gehad, want het moest