Interview 01, mevrouw Schep, Kerkscheuring in oorlogstijd
Mevrouw Schep was veertien toen de oorlog uitbrak. Ze werd geboren in een...
De heer Eigenraam werd geboren in Vlaardingen, maar verhuisde al jong naar Amersfoort, waar zijn vader kwam te werken als bouwkundige en architect. Eigenraam was de oudste van zes kinderen en trad beroepsmatig in de voetsporen van zijn vader. Vader Eigenraam was rechtzinnig gereformeerd maar ook enigszins dwars, iets dat in de jaren dertig tot uitdrukking kwam in steun aan de linkse christelijke partij Christelijk-Democratische Unie (CDU). Na de Duitse inval evacueerde het gezin naar Noord-Holland, om korte tijd later weer terug te keren. Eigenraam ging tijdens de oorlog naar de MULO en later naar de MTS en kwam nadien te werken bij zijn vader. Met zijn jongere zus maakte hij een fietstocht naar Zwolle, werd daar aangehouden door de Duitsers en korte tijd te werk gesteld om schepen te lossen aan de IJssel. Hij verbleef toen tijdelijk in Kamp Erika bij Ommen, waar hij bevrijd werd door Poolse soldaten. Het gezin Eigenraam ging tegen het einde van de oorlog mee met de ‘Vrijmaking’. Eigenraam ziet terugblikkend geen verband tussen de kerkscheuring en de oorlog, maar zoekt de oorzaak verder terug: in de strijd die al in de jaren dertig tussen gereformeerde theologen woedde.