’n vieren toen de razzia begon.

n de trein in. Van alles hadden we. En toen kwamen we dan in Rotterdam aan. Dan zagen wij dat er trams klaarstonden met vlaggetjes.

U bent teruggekeerd naar Rotterdam met uw familie. Bent u teruggekeerd naar Rotterdam?

è? Ook in gewoond. Of waar was dat dan? Ja, zijn wij teruggekeerd en toen kregen wij…ja… Even kijken, ja toen werden wij bij haar zus geloof ik, ja Evendijkstraat die hadden een hele grote bovenwoning en daar gingen we met zijn allen heen. En toen kregen we een woning hier in Rotterdam.

Nou, toen u weer teruggekeerd was naar Rotterdam, toen was het al een paar jaar na het bombardement, denk ik?

Nee, nee, nee. Toen u teruggekeerd was in Rotterdam.