Interview 01, Cor Mooy, Bakkumse Sperrgebiet
Cor Mooy (geboren 22 juni 1920) was tijdens de Tweede Wereldoorlog werkzaam als...
Jo Duin (geboren 1921) was tijdens de Tweede Wereldoorlog zoon van een boer die mocht blijven wonen in het Bakkumse Sperrgebiet; boeren waren nodig voor de voedselvoorziening. Tijdens de oorlog werkte Jo Duin als boerenzoon bij zijn vader, maar moest hij ook de Duitsers helpen bij het bouwen van stellingen. Tijdens de gehele oorlogsperiode kwamen er dagelijks Duitsers op het erf, omdat zij hun paarden gestald hadden bij deze boerderij.
Verloop van het interview:
00.00 Gezinsachtergrond besproken
00.08 Duitsers stalden paarden op het erf, gemoedelijke omgang met de Duitsers. Daaronder toch haat ten opzichte van Duitse overheersing
00.11 Alleen met een Poolse Duitser vriendschappelijk contact. Enige soldaat die in huis kwam, iemand die tegen Hitler was en zeer bedrukt was toen hij hoorde naar het Oostfront te moeten. Medeleven van JD
00.13 JD moest stellingen bouwen in de duinen
00.16 Als dorpsjongen opeens contact met Rotterdamse arbeiders die ook voor de Duitsers werken – cultuurshock
00.18 JD ging in begin van de oorlog nog uit in Castricum, maar de cafés raken steeds meer gevuld met Duitse soldaten die de meisjes voor zich wisten te winnen. JD gaat er steeds minder heen.
00.19 Leven in een Sperrgebiet betekende altijd langs wachtposten moeten. Soms wachtposten omzeild met gevaar voor eigen leven.
00.24 Tijdens het werk op het land schoten Duitse soldaten ‘voor de lol’ om je heen.
00.25 Enorm veel overvliegende vliegtuigen en vallende granaatscherven. Toch werd niemand ooit geraakt door die scherven.
00.27 Een keer inspectie in huis door de Duitsers omdat er een postduif was aangetroffen. Ze zochten de boodschap van de postduif.
00.29 JD had geen contact met het verzet, werd van huis uit verboden. Hij las wel verzetskranten.
00.32 Radio niet ingeleverd, blijven luisteren ondanks Duitse soldaten op het erf.
00.33 Aan de rand van het duin was een opleidingsinstituut van SS’ers, hier zaten fanatieke Duitse soldaten, voor oppassen.
00.36 Sperrgebiet werd steeds groter, hierdoor steeds minder ‘melkhalers’ Gezin JD had zelf genoeg te eten en drinken.
00.40 Moffenmeiden werden aan het eind van de oorlog ongeorganiseerd gestraft. Dit waren wraakacties van jongens, afgekeurd door JD.
00.43 JD kreeg tijdens oorlog verkering, zijn vriendin moest naar Zaandam evacueren. Hij zocht haar wekelijks op met de trein. Tijdens bevrijdingsfeesten maakte zij het uit, ze wilde ‘vrij zijn’.
00.45 Trein reed de hele oorlog, wel regelmatig beschoten door Engelse vliegtuigen.
00.47 Na de oorlog zag JD Duitsers en Engelsen samen een biertje drinken in het dorp. Veel Duitsers moesten blijven om mijnenvelden op te ruimen.
00.50 JD wist tijdens de oorlog dat er Joden werden weggevoerd, niet wat er met ze gebeurden. Volgens hem waren er geen joodse inwoners in Castricum. JD kende joden van de veehandel ‘ze waren gevat, daar konden de Duitsers denk ik niet tegen’
00.54 Er waren veel NSB’ers in het dorp, ze werden na de oorlog opgepakt door de BS. Hun gezin wilde niets met NSB’ers van doen hebben. Zelf veel steun gehad aan hechte katholieke gemeenschap.
1.06 Bevrijdingsfeesten waren een ontlading, maar er waren nog steeds Duitsers dus het was oppassen geblazen.
1.08 Na de bevrijding palen uit het land gehaald, bijna nog beschoten door Duitse soldaten, verwarring.
1.19 NSB’ers geleidelijk aan weer opgenomen in gemeenschap of verdwenen.