Mevrouw is enig kind uit een Rotterdams middenstandsgezin. Haar vader was Joods en speelde als pianist in het voorprogramma van vele bioscopen. Met de Duitse matroos die zij ontmoette bij een tramhalte was het liefde op het eerste gezicht. Kort na de eerste ontmoeting raakte ze zwanger en ging bij haar aanstaande schoonouders in Duitsland wonen. Zij voelde zich daar erg ongelukkig. Omdat ze maandenlang niets van de vader van haar zoon hoorde, besloot ze terug te gaan naar Nederland. Haar zoon liet ze achter bij de schoonouders. Op de dag dat ze thuis in Rotterdam aankwam werd ze opgepakt door de OD en kwam in een interneringskamp terecht. Later werd zij in een katholiek opvoedingsgesticht voor meisjes geplaatst.
Haar Duitse geliefde was inmiddels uit krijgsgevangenschap ontslagen en stelde alles in het werk om contact met haar te krijgen. Twee jaar later zagen ze elkaar terug. Mevrouw vertrok weer naar Duitsland, trouwde en kreeg nog een zoon.
Zij woont nu nog in Duitsland.