menu

Interview 01 Lotty Huffener-Veffer, Kindertransporten 'Joodse kinderen in kamp Vught'

Project:

Kindertransporten 'Joodse kinderen in kamp Vught'
Realisatie project:
Mirjam Huffener
Tijdsbestek:
1938 - 1946
Locatie:
Sobibor, Kamp Vught, Durchgangslager Herzogenbusch, Amsterdam, Hollandsche Schouwburg, Auschwitz, Reichenbach, Ravensbrück, Beendorf, Padborg, Denemarken, Zweden, President Krugerschool, Diamantfabriek Asscher, Transvaalbuurt, Tugelaweg, Polen, Duitsland, Bergen-Belsen, Lyceum, Lyceum voor Joodse leerlingen
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Lotty (Charlotte) Huffener-Veffer wordt geboren op 10 juli 1921 in een niet-gelovig Joods gezin in Amsterdam-Oost. Ze wordt diamantsnijdster van beroep, net als veel andere Joodse meisjes. Op 11 februari 1943 wordt het gezin Veffer van huis gehaald en naar kamp Vught gedeporteerd.

Lotty Huffener verblijft ruim anderhalf jaar in kamp Vught waar de nazi’s een diamantfabriek willen opzetten. Haar ouders en zusje Carla worden met het beruchte Kindertransport van 7 juni 1943 naar Sobibor weggevoerd. Lotty wil mee, maar mag dat niet van haar moeder.

In Vught werkt Lotty voor Philips. Na een kort verblijf in Auschwitz komt ze in Reichenbach terecht, waar ze voor Telefunken moet werken. Aan het eind van de oorlog wordt Lotty samen met vele duizenden anderen gedwongen deel te nemen aan een zogenaamde dodenmars. Vanaf de periode in Vught is Lotty samen met een groep jonge vrouwen die elkaar er doorheen slepen.

De terugkeer na de bevrijding ervaart ze als haar zwartste tijd; er is niemand meer en ze staat er helemaal alleen voor.

Andere interviews over Kindertransporten 'Joodse kinderen in kamp Vught'