Interview 01 (deel 1), Vrouwen van de CPN
Mevrouw (geboren in 1927) komt uit een a-politiek arm boerengezin en moet als 12...
Vierde deel van interview 11. Mevrouw (geboren 1918) is afkomstig uit een Amsterdams arbeidersgezin. Op 12-jarige leeftijd wordt mevrouw lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Ze gaat uit logeren naar koloniehuizen. Ze wordt al jong hulp in de huishouding. Naast haar werk overdag gaat ze 's avonds tekenles volgen aan de kunstnijverheidsschool. In de jaren dertig wordt mevrouw actief lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Ze zet zich bijvoorbeeld in voor de Internationale Rode Hulp (IRH), zamelt geld in voor de Spaanse Burgeroorlog, maakt tekeningen voor communistische krantjes en distribueert materiaal. Ook is ze actief bij de Vereniging voor Cultuur, Ontwikkeling en Ontspanning (VCOO).
Via haar eerste man wordt ze actief in het verzet. Hij wordt gearresteerd en uiteindelijk gefusilleerd.
Haar tweede man, die een aantal concentratiekampen overleefd heeft, leert ze na de oorlog kennen op een afdelingsvergadering van de CPN. Hij heeft een kind uit zijn eerste huwelijk en samen krijgen ze ook nog een kind. Hij heeft moeite om een baan te vinden vanwege zijn overtuigingen. Ook worden ze enige tijd in de gaten gehouden. In 1952 hebben ze hun CPN-lidmaatschap opgezegd, uit onvrede met een aantal ontwikkelingen binnen de partij. Vanaf 1969 is haar man langdurig ziek. Hij heeft onder andere last van het kampsyndroom. Een groot deel van het interview gaat over de schilderkunst van mevrouw.