Interview 01 (deel 1), Vrouwen van de CPN
Mevrouw (geboren in 1927) komt uit een a-politiek arm boerengezin en moet als 12...
Derde deel van interview 12. Mevrouw (geboren 1918) is afkomstig uit een communistisch arbeidersgezin. Al voor de Tweede Wereldoorlog vangen haar ouders Duitse vluchtelingen op. Mevrouw wordt op jonge leeftijd actief bij een socialistische jeugdorganisatie en later wordt ze lid van een organisatie van geheelonthouders. In de jaren dertig raakt haar vader werkloos en leven ze van de steun. Nadat ze bij een demonstratie tegen huurverhoging ziet dat de politie een demonstrant in elkaar slaat, wordt ze lid van de Communistische Jeugdbond (CJB). Als ze achttien is, sluit ze zich aan bij de Communistische Partij Nederland (CPN).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden mevrouw en haar man actief in het verzet. Zo raakt haar echtgenoot betrokken bij de organisatie van de Februaristaking en wordt bij hen thuis onder meer de illegale Waarheid gestencild. In 1941 wordt haar echtgenoot gearresteerd en een jaar later gedood. Na een periode van onderduik gaat mevrouw verder met koerierswerk en neemt ze Joodse onderduikers in huis. In maart 1944 wordt ze gearresteerd. Via kamp Vught wordt ze eerst naar Ravensbrück gebracht en na vier weken naar een kamp in Reichenbach, waar ze dwangarbeid moet verrichten. Na een voettocht van zes dagen worden ze bevrijd door de Canadezen.
Na de oorlog wordt mevrouw actief bij de vrouwenbeweging, Stop de Neutronenbom en vanaf 1980 bij Vrouwen van Ravensbrück en het Comité 4 en 5 mei. In 1976 leert ze een oud-verzetsman kennen, waarmee ze gaat samenwonen. In 1992 zijn ze getrouwd. In de jaren tachtig begint ze met gastlessen op basisscholen over de Tweede Wereldoorlog en kamp Ravensbrück. In de jaren negentig organiseert ze excursies voor middelbare scholieren en later ook voor PABO-studenten naar Ravensbrück. Ook heeft mevrouw zich beijverd voor een wijk in Heerhugowaard waar straatnamen vernoemd zijn naar vrouwelijke verzetsstrijders.