menu

Officieren en onderofficieren van de Schutterij op Aruba en het Vrijwilligers Korps Aruba

Al op 14 mei 1940 moest het Nederlandse leger zich overgeven. Nederland werd door nazi-Duitsland bezet en de vrije Nederlandse Antillen verkeerden nu in staat van oorlog. De Antilliaanse defensie was in die tijd slecht geregeld. Er was een handjevol Nederlandse mariniers en manschappen van de Vrijwilliger Korps Aruba (V.K.A.), aan wapens en andere oorlogsmateriaal was groot gebrek. In allerijl werd op Aruba de dienstplicht ingevoerd: de Schutterij. Zij had als primaire taak om Aruba te beschermen tegen vijandelijke aanvallen, maar tevens diende zij als tegenwicht tegen een eventueel bevriend buitenlands leger dat landsverdedigingstaken op Aruba zou overnemen. De schutters waren jongeren die geen militaire training hadden genoten. De leiding lag in hadden van Nederlandse mariniers en officiers van de Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (K.N.I.L.) Pas later kreeg de Schutterij zijn eigen officieren en onderofficieren.

Over de oorlogservaringen van de Arubaanse militairen is niet veel bekend. Om meer inzicht te krijgen in het leven van de militairen zijn vraaggesprekken gevoerd met toenmalige officieren en onderofficieren van de Schutterij op Aruba en met oud-militairen van het Vrijwilligers Korps Aruba (VKA). Omdat na de Duitse torpedo-aanvallen in februari 1942 op Aruba geen grote incidenten meer hebben plaatsvonden, wordt het vervolg van het Arubaanse oorlogsverleden door velen tegenwoordig als onbelangrijk afgedaan. Maar vanuit het perspectief van de toenmalige militairen, zo blijkt uit de interviews, werd de dreiging van een nieuwe aanval destijds als zeer reëel ervaren.

 

 

  • Realisatie projectFundacion Amigonan Di Archivo
  • Tijdsbestek1940-1946
  • LocatieAruba
  • OnderwerpenOral history
  • Masterbestanden DANS-KNAW

Dit project bevat 7 interviews