Interview 01, Cornelis Willemsen, oud-gevangenen van kamp Buchenwald
De heer Willemsen vertelt dat hij in 1943 werd opgeroepen voor een cursus en...
De heer De Jongh vertelt dat hij in Amsterdam onder armoedige omstandigheden is opgegroeid. Hij was fel tegen de bezetting, nam deel aan de Februaristaking en tekende op zijn werk - een abattoir - protest aan tegen de discriminatie van joden aldaar. Zij directeur ontsloeg hem en meldde hem aan voor de Arbeidsinzet. Hij werd in Berlijn tewerkgesteld. Tijdens een verlof in Nederland wilde hij met zijn oudste broer in Oudenbosch onderduiken. In de trein werd hij ter hoogte van Dordrecht opgepakt en overgebracht naar kamp Amersfoort. Daar werd hij tewerkgesteld in het schilderscommando. Aan het werk in dit commando kwam een eind na een verhoor en mishandeling door Kotälla. Sindsdien mocht hij het kamp niet meer uit. Na zes weken werd hij op transport gesteld naar Buchenwald. Daar heeft hij in verschillende commando's gewerkt. De omstandigheden verbeterden nadat hij werd overgeplaatst naar de Thüringer Fleischwerke. Daar verbleef hij tot de bevrijding door de Amerikanen. Het duurde ruim een maand voordat De Jongh de thuisreis kon aanvaarden. Eenmaal thuis gekomen, is hij op zoek gegaan naar werk. Zijn ervaringen in Buchenwald heeft hij jarenlang verdrongen, maar de laatste tijd komen ze steeds vaker naar boven.