Interview 01, Cornelis Willemsen, oud-gevangenen van kamp Buchenwald
De heer Willemsen vertelt dat hij in 1943 werd opgeroepen voor een cursus en...
De heer Liebrechts, Vlaardinger, vertelt dat hij tijdens de eerste oorlogsjaren als kapper werkzaam was. In 1940 werd hij lid van het Geuzenverzet. Via zijn werk kon hij gemakkelijk met allerlei mensen een praatje maken en aan informatie komen. Deze gaf hij dan weer door. Door verraad werd hij op 21 augustus 1942 opgepakt. Hij werd naar de gevangenis in Scheveningen gebracht. Na te zijn verhoord, werden hij en de andere Geuzen naar de gevangenis in Utrecht gebracht. Omdat Liebrechts alleen een verdachte was, werd hij samen met een aantal anderen abgetrennt en op transport gesteld naar Natzweiler. Daar werkte hij in de steengroeve, in het Lager, bij de Strassenbau en als kapper/verpleger. In dit kamp liep hij tyfus op. Toen de Amerikanen in aantocht waren, werden de gevangenen gedeporteerd naar Dachau. Ook hier werkte Liebrechts als kapper/verpleger. Door een andere gevangene werd hij besmet met vlektyfus. Hij overleefde en was zodoende immuun, waardoor hij zonder gevaar in het blok van de tyfuspatiënten kon werken. Na de bevrijding reisde hij met door een Nijmeegse verzetsbeweging geregeld vervoer terug naar Nederland.