Interview 01, Molukse perspectief
Geïnterviewde 01 is in 1935 in Yogyakarta (Java) geboren. Haar vader zat in het...
Geïnterviewde nr.08 is in 1933 in Den Haag geboren en draagt de familienaam van zijn Ambonese moeder. Hij groeit op bij pleeggezinnen in Den Haag omdat zijn moeder niet voor hem kan zorgen. Er wonen veel Indische mensen bij hem in de buurt. Vlak voor de oorlog werkt zijn moeder als kokkin bij Indische restaurants en hertrouwt zij met een Nederlandse man.
Geïnterviewde kan zich nog de Duitse inval herinneren. Hij woont dan bij een pleegezin maar gaat dikwijls bij zijn moeder op bezoek. Niet lang daarna verhuist hij naar het nieuwe gezin van zijn moeder. In deze buurt wonen ook vee Indische en Javaanse mensen. Zijn stiefvader wordt opgeroepen om in Duitsland te gaan werken en vertekt naar Kiel. Zijn moeder blijft achter met twee kinderen. Geïnterviewde verhuist nu naar een jongestehuis in Voorde. Hier krijgt hij af en toe bezoek van zijn moeder en vader, die op verlof in Nederland is. In 1944 haalt zijn moeder hem weer terug naar Den Haag. Hier maakt hij de hongerwinter mee. Het gezin eet suikerbieten en bloembollen. Hij gaat met zijn moeder naar spergebied in Den Haag om hout voor de kachel en fornuis te halen. Hij is getuige van de dood van een klein jongetje uit de buurt, die door een Duitse soldaat wordt neergeschoten als deze op meerdere mensen schiet die trambielsen uit het wegdek stelen.
Geïnterviewde kan zich herinneren hoe Amerikaanse troepen bij de bevrijding Den Haag binnentrekken. Hij ziet hoe NSB-vrouwen en zij die omgingen met Duitse soldaten in het openbaar worden kaalgeschoren. Zijn stiefvader komt terug uit Duitsland, maar lijkt veranderd te zijn. Na de bevrijding gaat geïnterviewde naar de Mulo en verdient geld bij met bezorging van Indisch eten bij mensen thuis. Omdat in de buurt veel Indische en Javaanse mensen wonen leert hij eenvoudig Maleis. Als na de bevrijding de eerste schepen weer naar Indie vertrekken, gaat hij met zijn moeder mee naar Rotterdam om het feestelijke vertrek aan boord te vieren.
In 1951 komen drie zusters van zijn moeder met het transport van Molukse KNIL-militairen naar Nederland. Zo ontmoet zijn moeder voor het eerst na vele jaren weer familieleden. Geïnterviewde gaat op bezoek bij Molukse familieleden in Zeeland en Elst. Vanaf deze tijd gaat hij steeds meer en vaker om met Molukkers. Zijn moeder vertelt altijd zeer weinig over haar verleden in Ambon en elders in Indie. Geïnterviewde heeft zijn opa en oma nooit gekend en weet weinig over zijn familie.