menu

Interview 01, Molukse perspectief

Project:

Het Molukse perspectief in oorlogstijd
Realisatie project:
Museum Maluku (©), Habiboe, drs.R.R.F.
Tijdsbestek:
1942-1951
Locatie:
Yogyakarta, Malang, Wonokromo, Surabaya, Tambakrejo, Krambangan, Java, Kupang, Timor, Bima, Sumbawa, Bali, Singaraja, Batavia, Bandung, Cimahi, Tegal, Ambon, Halong, Karang Panjang, Molukken, Amersfoort, Den Haag, Indonesia
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Geïnterviewde 01 is in 1935 in Yogyakarta (Java) geboren. Haar vader zat in het KNIL en werd vaak overgeplaatst. Het gezin is dus verschillende malen verhuisd: Yogya, Malang, Surabaya.
Bij het uitbreken van WO II woont het gezin in Surabaya, Wonokromo. Geïnterviewde herinnert zich de Japanse vliegtuigaanvallen. Het gezin moet dan de eigengemaakte schuilkelder in. Vader vocht als sergeant KNIL mee aan het front. Het gezin verhuisd naar Soerabaya, Kerembangan.
Nadat haar vader door de Japanners is geïnterneerd in de Jaarmarkt (Surabaya) komt geïnterviewde met haar moeder en vier broers uiteindelijk rond medio 1943 terecht in het kamp Tambakrejo (Surabaya). Dit is een onbewaakt, zogeheten open kamp waar over het algemeen Ambonezen, Menadonezen en enkele Indo’s zitten. Geïnterviewde gaat naar een Japanse school, waar iedere ochtend eerst aan gymnastiek word gedaan. Daar leert zij het Japanse alfabet en volkslied. De leerlingen maken uit baldadigheid woordspelingen en gaan soms het Wilhelmus zingen.
Geïnterviewde en familie bezoekt haar vader in de Jaarmarkt. Eenmaal komen zij voor niets. Haar vader ondergaat op dat ogenblik een straf en is aan een paal opgehangen met zijn armen uitgespreid. Haar vader wordt later overgeplaatst naar Bandung en van daaruit naar Timor, Kupang getransporteerd. Gedurende die gehele tijd is er geen contact met het gezin. Eind 1943, begin 1944 verhuist het gezin naar familie in Batavia. Er is geen school, maar geïnterviewde krijgt thuisles van een oom.
Na de Japanse capitulatie word vader gestationeerd in Sumbawa. Het gezin reist hem vanuit Batavia achterna, via Makassar. Na de heringing woont het gezin in Bima totdat vader begin 1947 word overgeplaatst naar Timor, waar nog Japanse soldaten aanwezig zijn. Van hieruit reist het gezin naar Bali. Vader trekt door naar Java in verband met de politionele acties. In Bali ziet geïnterviewde afgehouwen hoofden op straat liggen. In 1947 komt het gezin uiteindelijk terecht in Cimahi, in een kazerne waar ook de gezinnen van andere KNIL compagnieën zitten. Er komen daar vreemde sterfgevallen voor. Vlak voor de Tweede Politionele Actie verhuist het gezin naar Tegal (Java), waar KL’ers en KNIL’ers samen optrekken naar het front.
In 1948 gaat het gezin tijdens vaders groot verlof naar Ambon. Hierna vertrekt vader naar Makassar. Het gezin blijft in Ambon, in afwachting van huisvesting in Makassar. Geïnterviewde herinnert zich nog de feestelijke stemming bij de proclamatie van de RMS in april 1950. Als hierna de aanval van de Indonesische troepen begint, vlucht het gezin naar Halong Utan. Moeder krijgt bericht dat haar man met een delegatie van KNIL-militairen in Nederland zit. Het gezin reist via Batavia in 1951 naar Nederland.
Na aankomst in Nederland reist het gezin via Amersfoort naar Den Haag. Het verblijf in Nederland zou tijdelijk zijn, voor zes maanden. Geïnterviewde vertelt verder over de activiteiten van haar vader. Zoals de processen tegen de Nederlandse staat over de demobilisatie van de Molukse KNIL-militairen en over de opties van repatriëringplaatsen. Geïnterviewde is teleurgesteld over de weinige kennis betreffende de toedracht van de overkomst van Molukkers naar Nederland. Ook vind zij dat Molukkers door Nederland in de steek zijn gelaten: “Wilhelmina voor en Wilhelmina na”, eeuwenlang gevochten voor de driekleur ‘maar in Holland worden we vertrapt’.

Andere interviews over Het Molukse perspectief in oorlogstijd