Interview 01, Anna's stille strijd
Anna Vos-van Dam komt uit een eenvoudig warm joods gezin en groeide op in...
De geïnterviewde is geboren op 18 december 1941 in Amsterdam. Ze komt uit een Joodse familie. Ze had een oudere zus die net als zij doof was. Haar ouders lieten de kinderen onderduiken. Toen haar ouders werden opgepakt werd haar zus toch nog afgegeven. Ze werden naar Auschwitz gebracht. De hele familie werd omgebracht, op haar vader en twee tantes na. Ze werd opgehaald door een verzetsman. Hij verschafte in Nieuw-Vennep onderdak aan 300 Joodse kinderen. Een meisje dat daar de kinderen verzorgde nam de geïnterviewde op in haar christelijke gezin. Het werd haar pleegzus. Ze kon onderduiken bij de ouders in Lindserbroek. Net na de oorlog werd ze door hen geadopteerd.
Na de oorlog kwam ze bij haar vader en haar twee tantes wonen in Amsterdam. Ze wilde liever bij haar pleegouders blijven wonen; de communicatie met haar familie was slecht, er werd haar ook niks duidelijk gemaakt. Op school werd ze gepest omdat ze Joods was. Met twee andere Joodse kinderen werd ze goede vrienden. Ze was er trots op dat ze Joods was.
Later trouwde ze en kreeg ze kinderen. Samen met twee tijdgenoten besloot ze, ondanks dat ze dit erg moeilijk vond, een commissie te beginnen. Ze wilden een dovenmonument realiseren. Nu is dit geresulteerd in de stichting doven-Shoah. De stichting werkt voor haar als een soort therapie.
In Israel is ze echt op haar plaats. Daar kent ze onder andere andere dove Joden. Ze vindt het heerlijk om in Israël te zijn. Maar haar dovenidentiteit komt wel op de eerste plaats, daarna haar Joodse.