Interview 01 (Deel 1), boerinnen en boerendochters
De geïnterviewde is de enige dochter van een boerengezin met vijf zoons waarvan...
De twee geïnterviewde zussen zijn boerendochters uit Mill. De boerderij van hun vader stond in het midden van de stellingen. Zij beschrijven de oude boerderij en vertellen over de mobilisatie. Op 10 mei 1940 moest het gezin naar Uden evacueren. Daar logeerde het op een boerderij. Toen men terugkeerde naar Mill was de boerderij van de vader verwoest. Men logeerde eerst bij familie, dan bij buren. In de zomer van 1940 werden een noodwoning en een noodstal gebouwd (uit stellinghout). Twee kinderen (waarvan een van de zussen) betrokken de noodwoning niet maar logeerden eerst bij familie dan bij gastgezinnen in Mill. De geïnterviewden beschrijven de noodwoning en vertellen over het alledaagse leven in de noodwoning (o.a. over de werkverdeling tussen mannen en vrouwen). In november 1941 was de nieuwe wederopbouwboerderij klaar. De geïnterviewden beschrijven de wederopbouwboerderij en het alledaagse leven daarin.
De geïnterviewden maken deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.