Interview 01 (Deel 1), boerinnen en boerendochters
De geïnterviewde is de enige dochter van een boerengezin met vijf zoons waarvan...
De geïnterviewde woonde in een arbeidershuis in Asschat. Haar vader was arbeider, maar had ook een zeer klein landbouwbedrijf. De geïnterviewde vertelt over de mobilisatie (o.a. over de bouw van het Valleikanaal). Toen het land onder water gezet werd in de mobilisatietijd evacueerde het gezin naar Stoutenburg. Op 10 mei evacueerde het gezin naar De Rijp. Men keerde vrij snel naar Stoutenburg terug, naar Achterveld echter pas in augustus. Het huis daar was niet verwoest, maar wel de boomgaard en het huis van de buren. De geïnterviewde vertelt over evacuees uit Arnhem en over onderduikers tijdens de bezetting. Ook haar vader en broer waren onderduikers. Zij vertelt bovendien over de noodwoningen van de buren en over het verschil tussen boeren en arbeiders. In 1945 vluchtten de meeste mensen uit Achterveld richting Barneveld. De geïnterviewde werkte toen in het bejaardenhuis in Achterveld, bleef in Achterveld en maakte daar de bevrijding mee.
Na de oorlog kocht zij samen met haar man een toenmalige noodwoning van een boer en woonde daar vanaf 1951 in.
De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.