menu

Interview 07, heropvoeding jeugdige politieke delinquenten

Project:

Heropvoeding jeugdige politieke delinquenten
Realisatie project:
Cogis
Tijdsbestek:
1927- jaren 1960
Locatie:
Oostzaan, Amsterdam, Purmerend, Castricum, Aalen (Dui), Schoorldam, Amersfoort, Hoorn, Twiske/Twiskepolder, Muiderberg
Toegang:
Dit interview is niet direct beschikbaar. Voor de toegang tot het interview gelden beperkende voorwaarden.
Meer projectdetails
Dit interview is niet openbaar beschikbaar. Toegang tot het interview kunt u aanvragen bij DANSKNAW via de volgende link

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Meneer is geboren in 1927 in Oostzaan. Hij groeide op in een handelaargezin dat het in de eerste helft van de twintigste eeuw goed verdiende en weinig last ondervond van de economische crisis in de jaren 1930. Meneer bleef enig kind van al wat oudere ouders. Zijn vader sympathiseerde in de eerste twee jaren van de bezetting ideologisch met de Duitsers. Meneer ging (vrijwillig) naar de Duitse Kaiser Wilhelm Schule in Amsterdam en meldde zich ook bij de Hilterjugend. Korte tijd werd hij ook lid van de Nationale Jeugdstorm. In 1941 ging hij in het kader van een kinderuitzending mee naar Duitsland om een aantal weken bij een boerenfamilie te verblijven. Meneer kan zich ook herinneren dat hij samen met zijn vader de hakenkruisvlag uithing en propagandistische pamfletten ophing.

Eind 1941/begin 1942 kwamen er in het dorp berichten dat opgepakte mannen in kampen omkwamen en dat Amsterdamse joden niet meer terugkwamen. Naar eigen zeggen was dat voor meneer en zijn vader reden om de politiek de rug toe te keren. De familie kwam de bezetting verder goed door, maar toen Nederland bevrijd werd, kreeg de familie te maken met intimidaties. Zijn vader werd in mei 1945 opgepakt en hijzelf twee maanden later. Tot en met januari 1946 zijn hij en zijn vader ondergebracht in verschillende strafkampen in de regio: Fort Benoorden Purmerend, barakkenkamp in Castricum (Bakkum), Schoorl en naar gevangenis de Krententuin in Hoorn. Meneer vertelt over onder andere mishandelingen en vernederingen die plaatsvonden in deze kampen. Naar eigen zeggen heeft meneer echter relatief weinig ‘speciale behandelingen’ gehad. In de opeenvolgende kampen werd het regime volgens meneer wel steeds iets milder. Van heropvoeding was volgens meneer totaal geen sprake. In januari 1946 kwamen meneer en zijn vader vrij, maar werd de familie een groot deel van de bezittingen afgenomen. Volgens meneer kregen zijn kinderen in de jaren 1960 deze geschiedenis door dorpsbewoners nog nagedragen, waardoor zijn gezin uiteindelijk Oostzaan heeft verlaten.

Andere interviews over Heropvoeding jeugdige politieke delinquenten