Interview 01, heropvoeding jeugdige politieke delinquenten
Jeugd: Pa, ma, twee dochters (mevrouw was de jongste), eigen slijterij, allen...
Meneer is geboren in 1925 . Zijn vader was van huis uit elektricien maar werd in de loop van de tijd kunstschilder. In het begin van de bezetting werden zijn schilderijen opgekocht en verscheept naar Duitsland, en werden zijn vader en stiefmoeder lid van de Nationaal Socialistische Beweging. Alle vier de kinderen uit het gezin werden lid van de Nationale Jeugdstorm.
Na afronding van een beroepsopleiding solliciteerde meneer op 15-jarige leeftijd vrijwillig bij de Waffen-SS. Meneer kwam door de selectie, zijn vader ondertekende en vervolgens moest hij wachten tot hij 16 jaar werd. In de tussenliggende periode werkte meneer in het kader van de Oogsthulp op boerderijen in Duitsland.
Vanaf januari tot en met mei 1942 volgde hij in Graz de SS-opleiding. Daarna werd hij naar het Oostfront gestuurd. In eerste instantie werd hij ingezet in de loopgraven, maar toen hij gewond raakte en in een kazerne moest herstellen, leerde hij auto- en motorrijden. Bij terugkomst werd hij ingedeeld bij de regimentstaf.
Meneer is betrokken geweest bij het uitschakelen van het Russisch regiment dat net onder Moskou lag en volledig omsingeld was. Vandaar is hij via Leningrad, Schwerina , Ludwigslust in Neuengamme beland, waar hij in mei 1945 werd uitgeleverd aan de Engelsen.
Terug in Nederland werd hij in kamp Vught opgesloten. Hij werd daar tewerkgesteld bij de Canadezen om munitiekisten te maken. Door pater van Kilsdonk is hij later met leeftijdsgenoten in een aparte jeugdbarak geplaatst. Daarna werd hij voor korte tijd naar een jongerenkamp in Standdaarbuiten overgebracht en vervolgens naar Villa Pierson in Baarn. Hij werd daar tewerkgesteld bij een drukkerij in Amersfoort waardoor hij het drukkersvak leerde. De leiding in Baarn bestond voor een groot gedeelte uit mensen uit het voormalige Nederlands-Indie en die geen benul hadden hoe om te gaan met de jongeren. Meneer vond dat er behoorlijk wat vrijheid was voor de jongeren, al waren er uiteraard bepaalde huisregels. In het weekenden mocht hij naar huis. In januari 1947 verliet hij het huis in Baarn en ging hij terug naar zijn ouders.