Interview 01, de heer Brinksma, Atlantikwall Den Haag
De heer Brinksma (geboren 6 November 1922) hield als politieagent de wacht bij...
Gerrie de Jong-Spaans woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar man en kind in Duindorp en moest in 1943 weg vanwege de bouw van de Atlantikwall. Alleenstaanden en ouderen waren toen al geëvacueerd, naar plekken elders in het land. De familie kreeg een huis met twee kamers in de Hortensiastraat toegewezen. Eén van die kamers konden ze aanvankelijk niet gebruiken. Hij zat op slot en er stonden nog meubels van de vorige bewoners in. Hoewel ze in klederdracht gekleed ging, voelde ze zich in Den Haag niet bekeken: er woonden meer Scheveningse vrouwen in klederdracht.
Door de oorlog was Gerrie de Jong-Spaans haar baan als nettenboetster kwijtgeraakt. Haar man raakte t.g.v. de afsluiting van Scheveningen zijn baan als visser kwijt. In plaats daarvan ging hij aan de slag bij mayonaisefabrikant Van Vollenhove; toen dat bedrijf weg moest uit de stad en naar IJmuiden werd verplaatst, ging hij per trein dagelijks op en neer naar zijn werk. Haar man wist later aan de Arbeitsdienst te ontsnappen.
Met een vriendin ging Gerrie de Jong vaak per fiets het binnenland in op zoek naar groenten, die ze vervolgens verkochten. Molton ondergoed was het ruilmiddel.
Pas in 1946 mocht ze met haar gezin naar het oude huis terug, omdat Duindorp nog gebruikt werd voor de internering van NSB'ers.