Soldatenkinderen, interview 01 (Deel 1), Oorlogsliefdekind
De geinterviewde is kind van een Nederlandse militair en een Indonesische moeder...
De geinterviewde Kind_IND_10 is geboren in 1949 en woont in Semarang, in de wijk Jangli. Kind_IND_10's moeder S. is 15 jaar oud als zij kennis maakt met de Nederlandse soldaat Vader_AUS_09. Ze kan niet lezen of schrijven en werkt als hulp in de huishouding op de Nederlandse kazerne. Soldaat Vader_AUS_09 is nog in Indonesie als zijn zoon Kind_IND_10 geboren wordt. Hij verlaat na de machtsoverdracht Indonesie. Als Kind_IND_10 drie jaar oud is, trouwt zijn moeder uiteindelijk met een Indonesische man, en samen krijgen zij nog twee meisjes en een jongen. Kind_IND_10 heeft altijd geweten dat hij een andere vader heeft, maar verkeert in de veronderstelling dat deze vader hen moedwillig in de steek heeft gelaten.
Kind_IND_10’s tweede vader is timmerman en heeft alleen losvast werk. Het gezin in Indonesie leidt een moeizaam bestaan. Kind_IND_10 moet als kind veel helpen om geld en eten bij elkaar te scharrelen. Moeder S. blijft ook werken als hulp in de huishouding, maar er wordt honger geleden in het gezin. Kind_IND_10 gaat vaak met een lege maag naar bed. Zijn lagere-schooltijd raakt door zijn harde werken en de armoede in de knel. Uiteindelijk is er geen geld in het gezin voor vervolgonderwijs, en Kind_IND_10 gaat op jonge leeftijd werken, overdag in de tuin van het St. Elizabeth Ziekenhuis en ’s avonds als parkeerwacht op een parkeerplaats. Hij draagt het geld af aan zijn moeder. Hij heeft weinig omgang met zijn tweede vader, en meent dat deze hem accepteerde vanwege zijn belangrijke rol bij de inkomsten van het gezin.
Zijn vriendjes in de kampong maken niet veel verschil tussen hem en kinderen van Indonesische komaf, maar buiten de kampong heeft hij het zwaarder. Het gebeurt wel dat kinderen van buiten de wijk hem uitschelden voor ‘Londo’, ‘Hollander’, of ‘kind van de bezetter’. Soms komt hij vol builen en schrammen thuis. Tot op de dag van vandaag, hij is nu al 60, zijn er nog wel mensen die hem “gekke Hollander” noemen. En op 17 augustus, Onafhankelijkheidsdag, krijgt hij het als grapje vaak te horen: “kijk een kind van de bezetter...”. Ook van vrienden en kennissen.
Op een dag in 1990 wordt er een brief bezorgd. Het blijkt van zijn halfbroer te zijn uit Australie. Vader Vader_AUS_09 blijkt jarenlang geprobeerd te hebben terug te komen naar Indonesie om voor Kind_IND_10 en zijn moeder te zorgen. Hij solliciteerde op allerlei baantjes, maar het lukte hem niet om in Indonesie te komen. Hij heeft toen besloten om naar Australie te emigreren, omdat dat een stuk dichter bij Indonesie lag dan Nederland. Uiteindelijk is het contact verbroken toen bleek dat moeder S. inmiddels hertrouwd was. Vader_AUS_09 is uiteindelijk pas na zijn 50e getrouwd. Het is een zoon uit dit huwelijk die een foto van Kind_IND_10 vond en vroeg wie het was. ‘Dat is je oudere broer’, heeft vader Vader_AUS_09 toen gezegd. Sindsdien is het contact hersteld tussen Kind_IND_10 en zijn vader.
Kind_IND_10 heeft zelf twee dochters gekregen uit zijn huwelijk en woont met vrouw en kinderen nog op hetzelfde adres als vroeger. Zijn moeder S. is een paar jaar geleden overleden. Ze sturen over en weer brieven en foto’s, en cadeautjes, en soms geld. Hij heeft, o.a. van wat geld dat zijn vader hem gestuurd heeft, een winkeltje opgezet aan zijn huis, waar hij kleine kruidenierswaren verkoopt. Ze hebben echter geen van beiden geld om de ander te bezoeken.
Kind_IND_10 heeft zijn vader dus nog nooit ontmoet, en kent zijn gezicht alleen van foto’s. Kind_IND_10’s dochter heeft inmiddels ook kinderen, het oudste zoontje heet L., naar overgrootvader L.. Daarmee is voor hen de cirkel rond.