menu

Interview 05, Kurt Thomas, Sobibor Interviews 1983-1984

Project:

Sobibor Interviews 1983-1984
Realisatie project:
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
Tijdsbestek:
1942-1945
Locatie:
Sobibor; Polen; Tsjechoslowakij; Verenigde Staten
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Kurt Thomas (Brno, 11 april 1914) groeide als Kurt Ticho op in Brno, Tsjechoslowakijke. Hij volgde het gymnasium en diende als telegrafist in het Tsjechische leger.

Eind 1942 werd hij via het getto Theresienstadt en een concentratiekamp in het Oost-Poolse Trawinki naar Sobibor gedeporteerd. Bij aankomst vroeg SS-Oberscharführer Gustav Wagner naar schoenmakers en textielvaklieden. Kurt stak zijn hand op, waarna hij tewerkgesteld werd in de sorteerbarakken, waar de kleding werd uitgezocht die door de vergaste joden was achtergelaten. Nadat hij een poosje in de sorteerbarak had gewerkt, werd hij overgeplaatst naar een ruimte waar alleen kleine bagage werd uitgezocht. Daartussen zat soms geld. Thomas begon een handeltje met de Oekraïense bewaker Dabizja.

De Nederlandse artsen Soubice en Nink, die hun beroep in het kamp niet mochten uitoefenen, spoorden Thomas aan zich als ziekenbroeder op te geven omdat hij immuun bleek voor tyfus. De beide artsen zouden hem met hun adviezen ter zijde staan. Toen Thomas zich bij de kampleiding meldde, vroeg Frenzel welke kwaliteiten hij had op medisch gebied. Hij loog dat hij Rode Kruissoldaat was geweest in het Tsjechoslowaakse leger. Als Sanitäter zorgde Thomas ervoor dat de zieken vaak langer dan de drie voorgeschreven dagen konden hertstellen.

Thomas behoorde tot het selecte groepje dat de opstand voorbereidde. Tegen zijn vriendin Minny Kats uit Haarlem liet hij niets los over de plannen. Zij zou de opstand niet overleven, terwijl Thomas erin slaagde over de prikkeldraadversperring heen te klimmen en in het bos een veilig heenkomen te zoeken. Na vier dagen wist hij Siedliczcze te bereiken waar hij onderdak vond bij een bevriende boer.

In de laatste week van juni 1944 zag Thomas door een gaatje in zijn hok vrouwelijke soldaten van het Rode Leger op het erf verschijnen. Toen hij de boerderij enige dagen later verliet, drukte de boer Thomas op het hart niet door het dorp te lopen, ’want als de dorpsgenoten zouden weten dat hij een jood het leven had gered, zouden ze hem doden’.

Een week later sloot Thomas zich aan bij een Tsjechoslowaaks legeronderdeel. In december 1944 werd hij naar het front gestuurd om tegen de Wehrmacht te vechten. Via Krakau en Lemberg trokken de Tsjechen verder richting Slowakije en op 12 mei 1945 kwamen zij aan in Boskovice.

In 1948 emigreerde Thomas naar de Verenigde Staten en zorgde ervoor dat de SS'er Frenzel in Berlijn kon worden gearresteerd.

Kurt Thomas overleed op 8 juni 2009 in Columbus, Ohio.

Het interview vond plaats in Hagen, 1983.

Andere interviews over Sobibor Interviews 1983-1984