menu

Interview 07, Schlomo Alster, Sobibor Interviews 1983-1984

Project:

Sobibor Interviews 1983-1984
Realisatie project:
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
Tijdsbestek:
1942-1945
Locatie:
Sobibor; Polen: Isreal
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Schlomo Alster (Chelm, 1 december 1908) werd in november 1942 uit Chelm met andere Poolse joden per trein naar Sobibor overgebracht. De 33-jarige Alster had als timmerman in zijn geboortestad voor de Gestapo gewerkt en werd in het kamp geselecteerd om te helpen bij de bouw van barakken. Soms moest Alster inspringen bij het Bahnhofkommando, dat behalve uit SS’ers en Oekraïense bewakers ook uit tewerkgestelde gevangenen bestond. Hun taak was de treinen te ontruimen en de nieuw aangekomen gevangenen in rijen op te stellen.

In september 1943 kwam een transport gevangenen uit Minsk in het kamp aan. Hieronder bevonden zich ook joodse krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie, onder wie Alexander Petsjerski (zie interview 2). Alster was erbij toen deze officier van het Rode Leger kort na aankomst in het kamp had gevraagd wat toch dat hoge vuur ìn Lager III te betekenen had. Men vertelde hem toen dat in dat deel van het kamp de vergassingen plaatsvonden en de lijken werden verbrand. Daarop had Petsjerski geantwoord, aldus Alster, ‘dat hij daar niet heen wilde, maar liever op de vlucht wilde sterven.’ Binnen drie weken had Petsjerski, samen met anderen een gewaagd plan gereed voor een opstand en een massale vlucht uit het kamp, die op 14 oktober 1943 zouden plaatsvinden.

Ook Alster wist te ontsnappen. Hij vluchtte naar zijn geboortestad Chelm, waar hij zich met twee andere vluchtelingen negen maanden in een kelder schuilhield.

In 1946 emigreerde hij naar Israel en vestigde zich in Rechovot. Daar overleed hij in maart 1992.

Het interview vond plaats in Hagen en Tricht, 1983.

Andere interviews over Sobibor Interviews 1983-1984