menu

Interview met Aad J. Kouwenhoven, Reis van de razzia

Project:

Reis van de Razzia
Realisatie project:
Erik de Jager (Stichting Reis van de Razzia)
Tijdsbestek:
November 1944 - Juli 1945
Locatie:
Rotterdam; Nederland; Duitsland; Schiedam; Amsterdam; IJsselmeer; Wezep; Berlijn; Dresden
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Aad J. Kouwenhoven wilde aan de razzia ontsnappen door naar de Binnenhaven te gaan, maar hij werd toen hij naar buiten ging, meteen opgepakt. In het Feijenoordstadion ontmoette hij een aantal bekenden.

Aan boord van een rijnaak ging de strijdbare Aad in discussie met een Duitser over de slechte behandeling, waarop Aad naar beneden werd getrapt. Op weg naar Amsterdam schuurde het schip regelmatig tegen de kant. Een aantal jongens grepen die gelegenheden aan om te ontsnappen. Hoeveel er zijn verdronken, weet Aad niet. Op het IJsselmeer varend kwamen er tientallen geallieerde vliegtuigen over, die niet tot de aanval overgingen.

In Wezep besloten Aad en zijn vrienden te vluchten. Op het moment dat ze naar buiten wilden gaan, werd er geschoten, waarop de poging werd afgeblazen. De volgende morgen, nadat de Duitsers zakmessen en dergelijke hadden afgenomen, moesten ze zich opstellen op een verzamelterrein. Er werden drie jongens voorgeleid aan een executiepeloton. Na de executie werd Aad met een paar anderen naar voren gehaald om de jongens te begraven.

Via Berlijn werd Aad naar Dresden getransporteerd, waar hij werd behandeld als 'partizaan'. Daar, in een doorgangslager, kreeg Aad dysenterie. In zijn nabijheid stierven meerdere gevangenen. Langzaamaan genas Aad en hij werd op een zeker moment tewerkgesteld in een machinefabriekje, waar zijn leven wat beter werd. Vanaf een afstand zag Aad de bombardementen op Dresden.

Uiteindelijk werd het kamp bevrijd door de Russen, waarna een chaotische periode aanbrak. Aad maakte zich verdienstelijk als vertaler. Om weg te komen uit het kamp trad Aad in het huwelijk met een Joodse vrouw. De Franse commandant functioneerde als ambtenaar. Toen die huwelijksovereenkomst niet nodig bleek te zijn om naar huis te kunnen gaan, leverde Aad het trouwboekje weer in.

Thuis in Rotterdam had Aads moeder van een aantal teruggekeerde dwangarbeiders vernomen dat hij aan dysenterie leed. Zij dacht dat hij daaraan overleden was. Toen Aad thuis arriveerde, was zijn moeder inmiddels zelf ook ziek geworden, maar herstelde snel nadat haar zoon in leven bleek te zijn. Aad denkt volwassen geworden te zijn door de dingen die hij heeft meegemaakt, maar hij gelooft dat zijn moeder er veel erger aan toe was gedurende de Hongerwinter in Rotterdam.

Andere interviews over Reis van de Razzia