Interview met Aad J. Kouwenhoven, Reis van de razzia
Aad J. Kouwenhoven wilde aan de razzia ontsnappen door naar de Binnenhaven te...
De ouders van Watze Visser waren gezagsgetrouw. Na ontvangst van het pamflet pakte Watze zijn koffer in en ging buiten staan wachten om meegenomen te worden. Een wat oudere buurman, Wout, zei tegen Watze's moeder dat hij op hem zou passen.
De volgende dag ging Watze te voet op weg naar Waddinxveen en vandaar via Utrecht naar Soesterberg. Daar stapten de mannen de volgende dag de trein naar Arnhem in. De stad was geëvacueerd en er was veel kapot. Vanuit Arnhem werkte Watze aan het bouwen van bunkers door betonijzer te vlechten, werk dat hij nooit gedaan had. In Arnhem werd gewerkt aan versperringen. Soms gingen de mannen de verlaten huizen binnen op zoek naar iets eetbaars. Vlakbij het kamp van Watze was een kamp met Fransen en Italianen waarmee hij af en toe contact had. Verderop waren Russische krijgsgevangenen in een afgesloten kamp. De geallieerden rukten op en er werd steeds dichterbij geschoten. Watze raakte gewond door een scherf.
Ontsnappen was moeilijk omdat Arnhem in een sperrzone lag. Bij een volgende beschieting zijn Watze en Wout gevlucht op stiekem in elkaar gezette fietsen. Na een lange en gevaarlijke tocht kwam Watze thuis. Zijn familie was er slecht aan toe. De bevrijding zou nog anderhalve maand op zich laten wachten, maar voor Watze en zijn familie duurde het eeuwen.
Toen hij pas getrouwd was, kwamen zijn ervaringen naar boven. Hij droomde weer beschoten te worden door artillerie en door vliegtuigen. Watze is anders gaan denken over gezagsgetrouw zijn en volgzaamheid. Aan wat de Joden is overkomen, kan men zien waar dat toe leidt. "Je moet niet door het dolle heen achter allerlei ideeën aanlopen", meent Watze. "Ieder mens is zelf verantwoordelijk voor wat hij doet".