Interview met Aad J. Kouwenhoven, Reis van de razzia
Aad J. Kouwenhoven wilde aan de razzia ontsnappen door naar de Binnenhaven te...
De broers Klaas en Frans den Haan komen uit een groot arbeidersgezin en moesten al vroeg gaan werken om bij te dragen aan het gezinsinkomen. Ze komen te werken in een emballagefabriek. In de crisisjaren was het moeilijk om aan werk te komen en dat ook te houden. Frans vindt werk in de binnenvaart, maar Klaas wordt al in 1943 opgeroepen voor de arbeidsinzet. De Duitse bezetters hadden besloten om werklozen verplicht tewerk te stellen. Klaas weet hieraan te ontsnappen door zich te laten afkeuren. Wel heeft hij deze tijd als zeer onzeker ervaren vanwege de gelijkschakeling van kranten, de inbeslagname van radio's en de voortdurende stroom van geruchten.
In november 1944 zijn zowel Klaas als Frans alsnog aan de beurt voor de arbeidsinzet. Ze proberen nog te vluchten, maar melden zich uiteindelijk aan het einde van de dag toch nog voor de razzia.
Ze komen per rijnaak en trein aan in Noord-Duitsland. Daar maken ze een bombardement mee. Ze zijn samen tewerkgesteld, totdat Klaas medische zorg nodig had. Zijn hand was helemaal opgezwollen en moest worden geopereerd. Hij komt in Oldenzaal terecht.
Ondertussen is het voorjaar en de Canadezen en de Engelsen bevrijden Noord-Oost Nederland en ook Noord-Duitsland. Frans kan zo terugkeren naar huis. Hij zit onder de luizen en heeft te maken met scabiës, maar is toch thuis. Klaas komt een paar weken later thuis.
Veel wordt er niet gepraat over de oorlog of de tewerkstelling. Gedanst wordt er des te meer. De oorlog moet eruit worden gedanst. Frans heeft zo zijn vrouw leren kennen.
Zowel Klaas als Frans komen na de oorlog te werken in de Rotterdamse haven op sleepboten. Ze vertellen over de overgang van stoomschepen naar motorschepen. Over hoe ze toch diploma's halen en zo kapitein worden op de sleepboten. Tussen de regels door is te horen hoe zij de wederopbouw hebben ervaren en hoe ze de verzorgingsstaat hebben zien ontstaan.