Interview 03 (Deel 1), bommen en habijten Dagelijks Leven 172 fragmenten gevonden 00:22 Nou. 00:24 Goed zo. 00:24 Jeroen, jij ook? 00:28 Ja. 00:28 Nou dan gaan we beginnen. Eh... 00:32 è? Ja. 00:42 Ehm... 00:43 Ook beetje hard praten? 00:46 Ik ga een beetje hard...ja u mag eh u mag eh goed duidelijk praten. 00:47 Ja. Ja. Ja, ja. 00:50 Ehm...Het is vandaag 13 oktober 2009. Ik ben hier eh bij u in de kamer eh in Tilburg. In Mater Misericordiae. En mijn eerste vraag is, wilt u even zeggen waar en wanneer u bent geboren? 01:07 Wanneer dat ik ben geboren. In 1918, twintig maart 01:11 En waar? 01:12 In Oss, in Oss. 01:12 En welke, welke naam kreeg u? Wat was uw meisjesnaam voluit? 01:19 Eh, van eh...Grada van Bergen. Grada van Bergen. Grada Josephina, ja ik zeg het nooit...van Bergen. 01:29 En eh, kunt u wat vertellen over eh waar u bent opgegroeid en hoe het thuis was, wat voor gezin u thuis had? Wat uw vader deed? Kunt u daar wat over vertellen? 01:42 Wij zijn uit een groot gezin van twaalf kinderen. We hadden een boerderij. Boerenmensen. En daar ben ik opgegroeid tot...ja 21 jaar ben ik dan eh naar het klooster gegaan. 01:57 Het hoeveelste kind was u? 01:59 as toen heel erg. En dat andere meisje dat was dan boven mij.
Interview 06, Koopvaardijgezinnen in Oorlogstijd Dagelijks Leven 1244 fragmenten gevonden 00:16 Wilhelmina van der Est. 00:20 Wanneer bent u geboren? 00:21 26-12-1927. 00:22 Dat is tweede kerstdag? 00:24 Tweede kerstdag. Op de verjaardag van mijn vader. Ja, mijn moeder was dertig december jarig. 00:31 Ik ben enig kind gebleven, dus wij hadden in één week 00:34 tijd alle drie de verjaardagen en oud en nieuw en de kerst. 00:39 En dan gebeurde er de rest van het jaar niets meer. Dat vond ik zo onrechtvaardig als kind. 00:45 Ja, dat kan ik me voorstellen. 00:46 Ja, dat is toch kaal? 00:47 Ja. En hoe werd het dan gevierd? Werd het ook drie keer gevierd of gewoon in één keer? 00:52 Nou, vader was er nooit op zijn verjaardag. Dus dat was geen punt. 00:56 Ja, hij is er op mijn eerste geweest en op mijn negentiende. 00:59 Maar verder was dat natuurlijk geen gewoonte. 01:03 En ehh, ja als kind vond je natuurlijk jarig zijn met kerstmis 01:07 prachtig, want de familie kwam en je had een kerstboom. 01:10 Niemand had het zo mooi als jij. 01:12 Maar dat wordt later natuurlijk heel anders. Dan is iedereen met kerstmis druk en doen. 01:18 Dus dan zie je niemand meer. Dat is een hele grote verandering in de loop van de tijd. 01:24 Maar werden er ook kinderpartijtjes gehouden in die tijd?
Interview 08, , Koopvaardijgezinnen in Oorlogstijd Dagelijks Leven 820 fragmenten gevonden 00:22 U bent mevrouw Ruijg 00:23 Ja. Ruijg-Swar 00:24 Ruijg-Swart. Swart is uw meisjesnaam 00:25 Ja 00:25 En wanneer bent u geboren 00:30 1907 00:30 U bent op Terschelling geboren 00:33 Op Terschelling geboren, ja 00:34 En waar woont u nu 00:35 In Baaiduinen ben ik geboren. En later hebben we in Midsland gewoond en nu woon ik hier op West 00:43 En waarom ging u naar Midsland 00:45 In Midsland naast de Witte Handt. Ik weet niet of u dat kent: Westerdam 00:53 Uw vader was boer 00:54 Ja 00:55 Die had een boerderij 00:55 Ja, een boerderij en vroeger ook eerst gevaren. En later boer geworden 01:02 Wat een om, wat een 01:03 Ja, mijn vader ja 01:04 Ja. En toen ontmoette u uw man, tenminste het was nog niet uw man, maar u ontmoette een leuke jongen 01:10 Ja
Interview 09, , Koopvaardijgezinnen in Oorlogstijd Dagelijks Leven 853 fragmenten gevonden 00:16 Wilt u eerst zeggen hoe u heet, waar u bent geboren en wanneer u bent geboren 00:20 Ik heet Leen Keus. Ik ben geboren op 21 Oktober 1930 in Scheveningen 00:28 In Scheveningen voor de oorlog begrijp ik 00:30 Voor de Tweede Wereldoorlog 00:31 Kunt u ons iets vertellen over Scheveningen voor de Tweede Wereldoorlog 00:34 Dat was natuurlijk een gesloten gemeenschap, een vissersplaats. 00:38 De meeste mannelijke bevolking voer op de visserij of op de koopvaardij. 00:48 En daar ben ik natuurlijk ook op school geweest, je kent elkander omdat wij in een wijk en die 00:55 heet Duindorp en dat is eigenlijk gebouwd na de vreselijke omstandigheden in het oude dorp 01:03 En dat is gebouwd in de jaren 20. 01:07 En daar zijn mijn ouders getrouwd en die kwamen dus 01:10 nieuw in die woning en die hebben toen een gezin gesticht 01:15 En hoe zag zon woning er uit 01:18 Dat was ook een portiekwoning en die zijn inmiddels 01:23 ook al weer afgebroken en dat was een driekamerwoning. 01:34 Van die periode weet ik heel weinig. 01:37 Ja de latere jaren er werden scholen gebouwd, er werden gebouwd en 01:41 Was het een grote woning en had u een eigen slaapkamer 01:49 Ja. Wij sliepen er waren drie slaapkamers dus dan was het toch een vierkamerwoning. 02:00 Toen ik geboren ben sliep ik natuurlijk in een kamer
Interview 07, , Koopvaardijgezinnen in Oorlogstijd Dagelijks Leven 444 fragmenten gevonden 00:16 Meneer Volk, welk jaar bent u geboren 00:17 1931 00:17 En wie was uw moeder? Hoe heette uw moeder 00:24 Mijn moeder heette Johanna Van Gink-Volk. Moet ik even bij halen, ja goed 00:32 En uw vader 00:33 Die was, dat was Hendrik Volk 00:37 En waar woonde u 00:38 Ik woonde toen in Rotterdam, Mathenesserweg 00:43 OH, de Mathenesserweg 00:45 Vlakbij de Merwedehaven, waar die altijd aankwam 00:48 Uw vader voe 00:49 Ja 00:49 Ja. Was het een bovenhuis aan de Mathenesserweg of een benedenhuis 00:53 Nee, drie hoog 00:55 Drie hoog 00:56 Ja, goed even kijken welke etage, ja drie hoog 00:56 En hoe zag die woning eruit 01:02 Hoe 01:02 Ja. Voorkamer, achterkamer 01:05 Ja, voorkamer, tussenkamer, achterkamer. Zo was dat
Interview 04, Koopvaardijgezinnen in Oorlogstijd Dagelijks Leven 267 fragmenten gevonden 00:16 Ik ben Frans Luidinga. En ik ben geboren in Rotterdam op 11 November 1934. En ik ben altijd trots dat ik een Rotterdammer ben, alhoewel ik in het ziekenhuis Eudokia maar tien dagen heb gelegen en toen naar Rijswijk ben gegaan, waar wij een huis hadden 00:41 Kunt u ons iets over u gezin vertellen? Waar u uit voort komt 00:49 Mijn vader was werkzaam bij de Rotterdamse Lloyd sinds 1909 en heeft al die tijd bij de Rotterdamse Lloyd gevaren. Mijn moeder kwam uit een bakkersgezin uit Rotterdam en zij woonden in de Zwaardecroonstraat in Rotterdam 01:14 In 1930 zijn zij verhuisd naar Rijswijk toe, daar waren nog nieuwe woningen hier aan de Vliet. En sinds die tijd hebben we daar gewoond, tot aan 1943. Mijn gezinssamenstelling was verder er was een jongetje geboren in 1920 dat is op tienjarige leeftijd omgekomen hier in Rijswijk toen ze hier woonden. Is op het schoolplein tegen een muur gelopen en heeft hersenletsel opgelopen en is hier na een dag in huis gestorven 02:06 ’n kind erbij lastig. Die moeder heeft toen twee kinderen gehad en een jongen en een meisje, dat zijn dus een halfzuster en een halfbroer van mijn moeder 03:09 ’n allen naar Hoek van Holland gegaan daar zijn nog de herinneringen van mijn vader levend. We hebben daar een maand gezeten en toen werd hij opgeroepen om de Slamat uit te varen 03:59 Hoe lang waren de reizen die u vader maakte 04:02 ë en dan was die reis heen en terug drie maanden 04:11 één was. Hij had toen een hele lange reis met een vrachtschip en drie keer de wereld rond en kwam toen thuis en zag mij toen 04:31 En hoe lang duurde zijn verlof toen 04:35 Ik dacht een paar maanden 04:38 En kunt u zich nog herinneren wat u met uw vader deed als hij met verlof thuis was 04:43 Weinig. Wat ik mij herinner is dat ik nog op de Slamat ben geweest toen hij hier in de Rotterdamse haven lag. Toen ben ik aan boord geweest met mijn moeder uiteraard want ik was nog maar vier of zo. En daar heb ik drie herinneren aan 05:03 e van een maagd, Maria of zo in ieder elk geval een katholiek heilige en die hing in de hut. En ik herinner me dat omdat datzelfde schilderijtje hier ook in het huis aanwezig was. Kennelijk was er sprake van twee schilderijtjes en herkende ik dat ook, en dat is blijven hange 06:01 Bent u katholiek opgevoed 06:03 Nee. Ik ben Luthers opgevoed 06:07 Maar wat ging u nog meer doen met uw vader als hij aan wal was 06:16 We gingen toch wel veel wandelen en verder herinner ik me er eigenlijk niets van 06:29 Wat nam uw vader voor u mee, als hij terug kwam 06:34 Weet ik ook niet. Wat ik wel weet is dat ik voor de oorlog speelgoed kreeg, maar dat kocht mijn moeder in en die kocht een heleboel Duitse soldaatjes en een fort en een tankje en dat soort zaken. En dat heb ik later toen de oorlog uitbrak en ik zat hier vlakbij Iepenburg, het vliegveld dat heb ik allemaal zien langsrijden
Interview 05, Daan Pronk, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 908 fragmenten gevonden 00:00 Ik ben Daan Pronk, geboren 30 mei 1922 in de Jan van Houtstraat op Scheveningen. 00:08 U uh bent in de oorlog blijven doorvissen. Hoe ging dat in de oorlog, het vissen? 00:14 In de oorlog uh, we hadden natuurlijk uh, toen de oorlog uitbrak, toen voeren 00:19 we op een haringlogger en toen moesten al de schepen, die moesten naar huis komen. 00:26 En toen werden we, ja, het was prachtig weer. Dat jaar werd er toevallig heel weinig gevangen. 00:32 En toen zijn we allemaal naar huis gegaan en fotos zijn er, 00:38 dan zie je de schepen zie je allemaal achter elkaar binnenkomen. 00:42 Ja en toen hadden we het met de visserij hadden we het voorlopig in. 00:53 Dat was in 1940? 00:54 Dat was in 1940, september 1940. 00:54 Maar de voorgeschiedenis, die uh, waren we aan de Vleet en toen zagen we 00:57 die grote Engelse oorlogsschepen die zagen we als wilden heen en weer varen. 01:06 Die, ze noemden m trednose, ken dat, zoiets. 01:08 Mmm (schudt met hoofd). Die hele grote dingen, toen dachten wel, hé dat is uh, dat is niet joker. 01:12 En op een gegeven moment, toen ging al die Duitse loggers gingen naar huis toe. 01:17 En toen naderhand uh ja, toen ging door de radio heen, dat uh, oorlog uitgebroken was. 01:24 En toen, dat was de oorlog met Duitsland hoor, Duitsland Engeland. Niet nog met Nederland. 01:27 Want met Nederland, toen uh, toen Nederland in de oorlog 01:31 kwam toen waren enkel een paar trogloggers waren dr in zee. 01:38 Die niet op verse vis visten, want toen was de haringvisserij
Interview 03, Jaap Vrolijk, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 324 fragmenten gevonden 00:00 “We zitten hier uhm bij Jaap Vrolijk, die een deel van de oorlog in Scheveningen kon blijven wonen, toen alle bewoners al waren vertrokken. Meneer Vrolijk vertelt u eens, wat voor bedrijf, wanneer bent u geboren en wat voor bedrijf had uw vader?” 00:17 “Ik ben uh geboren op Scheveningen, op 13 november 1926. En mijn vader had hier dus een bedrijf uh voor uh zeilmakerij, zonwering en een winkel van oudsher van scheepsbenodigdheden en dat is later luxer geworden, voor kamperen en watersport.” 00:43 “Maar dat was in die tijd nog niet?” 00:45 allerlei dingen uh, zeildoeken, stukjes stijf noemden we dat, die ze in de kragen van de schoudermantels deden.” 01:17 “Van de Scheveningse klederdracht?” 01:20 “Van de Scheveningse klederdracht en zo was het, ja, hoofdzakelijk voor de visserij dan die uh, de kleding.” 01:27 “Was het een groot bedrijf?” 01:30 ak gewerkt.” 02:00 “Oké.” 02:00 “En ik heb zelfs, zelfs toen ik begon ook nog met van die ouwe, oudjes uh moeten werken, ja.” 02:09 “Herinnert u zich iets van het moment dat uh, dat de oorlog uitbrak?” 02:16 werden dan ook nog uh, uh gemitrailleerd door uh Duitse jagers, ja.” 03:07 “Terwijl die heren instapten?” 03:08 rlijk. Dus toen heb ik verder niks meer van gezien, maar ik weet wel dat daar allemaal hoog waardigheidsbekleders van strand vertrokken zijn en ook dat er uhm vliegtuigen kapotgeschoten zijn door de Duitsers.” 03:40 “Er was een vliegtuig waarmee ze vertrokken?” 03:43 “Nee, dat zijn er wel een paar geweest, maar ik heb er te weinig van gezien omdat ik w-weggejaagd werd.” 03:49 “Ja.” 03:49 “Want ja, wat was ik toen hè, uh ‘40, ik was veertien jaar.” 03:54 “Ja. Wat merkte u van uh… Van het begin van de bezetting? Zag je veel soldaten op straat, kwamen die ook in de winkel of…?” 04:02 erkte weet ik niet, maar dat, die lucht die herinner ik mij nog, die geur. Maar ja… verder is dat toen heel geleidelijk gegaan eigenlijk hè en moet eerlijk zeggen dat hier in Scheveningen en Den Haag het gewone leven weer werd opgepakt.”
Interview 01, de heer Brinksma, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 391 fragmenten gevonden 00:01 “Ik zit hier bij de heer Brinksma. Hij was in de Tweede Wereldoorlog uh werkzaam bij de Haagse politie. Misschien wilt u zich eerst voorstellen?” 00:10 “Ja, mijn naam is uh de heer Brinksma. Ben geboren in Sneek, 6 november 1922 en ik woon aan de Prins Mauritslaan.” 00:11 “Ik heb begrepen dat u in de Tweede Wereldoorlog onder andere bij de doorgangspost wacht moest houden die uhm toegang gaf tot de vesting Scheveningen.” 00:11 “Dat klopt.” 00:11 “Wat hield dat werk in?” 00:11 “Dat werk hield uh in, een eenvoudige zaak, het was uh, die vesting moest afgesloten. Scheveningen was uh ontruimd en uh mensen die dus in de vesting moesten zijn omdat ze 00:11 ’n bewijs mochten ze binnenin, dat moesten wij controleren. Ook de bestuurders, ook de, de passagiers van de tram die daar uit moesten stappen uh werden daar gecontroleerd.” 00:11 “U heeft het over de doorgangspost aan de Scheveningseweg hè?” 00:11 “Uh, ja.” 00:11 “Bij het Promenadehotel?” 00:11 “Bij de Promenade en dan was er nog een doorgang, nog twee doorgangsposten, dat was bij de Conradkade en de Wittebrug. De Wittebrug is later afgebroken door die Duitsers.” 00:16 “Oké, de hele brug is toen verdwenen?” 00:16 “Ja.” 00:16 “Kunt u omschrijven hoe die doorgangspost er uitzag?” 00:16 “Ja, die doorgangspost dat was eenvoudig. Het was een uh een bunker stond iets verderop en voor de rest was het zo’n uh, zo’n betonnen muur uh tot aan, tot aan de Scheveningseweg. Zo 00:17 … een man of 20 die dus de vestingen zo per dag passeerden. Uh…” 00:20 “Dat is niet veel 20 mensen.” 00:20 “Dat is, dat is weinig. Dat was weinig, maar er was natuurlijk… De vesting was verder leeg, dus er was niks te zoeken. En uh voor de rest mocht niemand er in.” 00:20 “Probeerde wel eens mensen naar binnen te komen die daar niks te zoeken hadden?” 00:20 “Niet meegemaakt, nee. Waarschijnlijk uh is het toch zeker ook angst hè voor die Duitsers en een vesting die leeg was, je had er ook niks te zoeken, nee.”
Interview 04, Cantius Geysel, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 125 fragmenten gevonden 00:01 “We zitten hier bij de heer Cantius Geysel. Hij woonde in de buurt van de uh Antlantic Wall waar de tankgracht onder andere liep. Hij is, was van beroep musicus, zanger en uh is kort voor de oorlog naar uh Den Haag verhuisd. Wilt u zichzelf voorstellen?” 00:21 “Ja, mijn naam is Cantius Geysel, Cantius met een ‘c’. En ik ben 9 september 1928 geboren in Berlijn. Maar ik ben geen Duitser want dat was toen ook al zo dat dus de nationaliteit van je ouders die bepaalde ook de nationaliteit van de kinderen, dat was in tegenstelling tot de Engelsen.” 00:50 ingen regisseren, want hij was General Tonmeister en dirigent. Dus hij gaat zo, zowel dus het uh orkest, waar ‘ie dus de uitzendingen mee verzorgde met echt muziek, maar dan was er bijvoorbeeld een redevoering van Goebels en die werd ook daar opgenomen.” 02:05 “Dat was in Berlijn?” 02:07 “In Berlijn allemaal.” 02:09 “Want daar bent u opgegroeid?” 02:11 sten ze niet, dat… Je staat al op de lijst voor een eventuele gegadigde voor het concentratiekamp , dus als je nu niet maakt dat je wegkomt, dan zit je dadelijk in het concentratiekamp. En toen is ‘ie dus acuut ondergedoken…” 02:46 “In Berlijn?” 02:47 oen wij dus hier de Duitsers kregen, dat is de inval van de, van de Duitsers, toen moest ‘ie opnieuw o-onderduiken, want hij stond dus nog steeds op die lijst om opgepakt te worden . En toen heeft ‘ie bij kennissen op het platteland gezeten ergens, ik weet niet.” 03:19 “Maar uw vader was wel Nederlander?” 03:23 “Ja, hij was echt een, echt een ras, ras Nederlander .” 03:26 “Maar hoe kwam hij dan in Berlijn eh, eh…?” 03:28 t bij de, bij een revue gezelschap, ja . Hij moest geld verdienen natuurlijk.” 06:07 “Uw vader is als eerste teruggekeerd naar Nederland…” 06:09 “Ja.” 06:09 “En later is de rest van het gezin…erachter gekomen?” 06:11 “Ja, is de rest van de familie… Ja mijn zuster is er gebleven, mijn oudste zuster, want die studeerde daar ook, maar uhm, die heeft toen de hele oorlog en alle ellende daarvan meegemaakt, maar die is inderdaad wel heelhuids thuisgekomen uiteindelijk.” 06:26 “Waar woonde u in de oorlog in Den Haag?” 06:29 ant zij zat daar met haar twee jongste kinderen. En uh, met z’n drieën zaten we daar dus. En nou ja, toen uh zijn we dus weer verhuisd later. Niet zo ver daarvandaan, maar toen kregen we een echte woning. In de Klimopstraat.” 07:13 “In de Klimopstraat?”
Interview 11, Nico Buijs, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 897 fragmenten gevonden 00:02 Oké. 00:03 Nou, zeg het maar. 00:04 Misschien wilt u eerst uw uh, uw naam zeggen en uw uh geboortedatum? 00:06 Ik ben Nicolaas Arie Buijs en ik ben van 28 mei 1920. 00:07 Oké. 00:08 Ja, dus. 00:09 En uhm, u-u-uit wat voor gezin kwam u? Hoeveel broers en zussen had u? 00:15 Nou ik had inderdaad uh v, we waren met zn vijven broers en zes zussen. Met zn elven, ja. 00:24 Waarvan de meeste eigenlijk op Scheveningen geboren zijn hoor. 00:26 Maar ze uiteindelijk allemaal in Capelle aan de IJssel. 00:30 Daarvoor? 00:31 Daar kwam mijn moeder vandaan. 00:32 En mijn vader kwam van Krimpen, van de andere kant van de rivier, ja. 00:36 En wanneer is uw vader naar Scheveningen gekomen? 00:39 In 14, in 14 is ie toen uh, begon de nieuwbouw. 00:43 Want die oude werf natuurlijk, die helling, daar was Klaas de Jong nog, waar we het 00:48 daarnet over hadden, de familie van mijn vrouw, de opa eigenlijk van mijn vrouw. 00:54 Die heeft daar nog voor de hellingwagens gezorgd, niet. 00:57 Dat was toen ook een pluk Reders zeg maar, die dat gezamenlijk opgezet hebben. 01:01 En de helling was de plek waar de schepen werden verbouwd en gerepareerd?
Interview 09, Gerrit Ros, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 762 fragmenten gevonden 00:00 Oké. Goed uhm, we zitten hier met Gerrit Ros. Misschien wilt u zich eerst voorstellen? 00:01 Ik ben Gerrit Ros, geboren 10-11-1930 en ik woonde in de Zeezwaluwstraat. 00:07 Dat is in Duindorp? 00:09 Duindorp, ja. 00:10 Duindorp moest op zeker moment worden ontruimd door de 00:14 D, op last van de Duitsers, herinnert u zich dat nog? 00:17 Jazeker, herinner ik mij heel goed. 00:20 Hoe ging dat? 00:20 Nou het was uh negentieneen nee, twee, eind tweeënveertig dat we daar vandaan 00:27 moesten en het was zo grappig was dat, omdat we in D-Duindorp woonde ik op nummer 00:33 12 en toen gingen we naar de Keizerstraat toe en het was het omgekeerde nummer, 21. 00:38 Dat was zal ik 00:40 maar zeggen boven de Sierkan. 00:41 De melkinrichting? 00:42 Melkinrichting ja, was beneden. 00:44 Maar de hele Keizerstraat, al die winkels waren allemaal leeg, want toen 00:50 werd die Atlantikwall in 43, begin 44 werd die Atlantikwall gebouwd, niet. 00:56 En toen moesten we daar ook vandaan en toen zijn we naar de Havenkade 00:59 gegaan, Havenkade 49. IV: Als we even teruggaan naar Duindorp, 01:03 herinnert u zich het moment dat het bericht kwam dat jullie weg moesten?
Interview 14, Jochem Knoester, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 792 fragmenten gevonden 00:00 “Ja. Ik ben Jochem Knoester. 00:02 En ik ben geboren twee twaalf tweeëndertig in de Schouwensestraat, Duindorp.” 00:10 “Waar woonde u in de tweede wereldoorlog?” 00:13 “Euhm, nou, vanuit de Schouwensestraat zijn we geëvacueerd naar de Noordwijkstraat. 00:20 Daar hebben we ongeveer anderhalf jaar gewoond. 00:23 En toen zijn we van daarvandaan naar de Katwijkstraat gegaan.” 00:28 “Herinnert U zich het moment dat jullie weg moesten uit euhh Duindorp? Hoe dat ging?” 00:33 “Ja. Ik kan me nog herinneren dat euhhm, dus dat we dus het bericht gekregen hadden om te verhuizen. 00:42 Dus euh de verhuis euhh….” 00:46 halers….” 00:47 “Op.. euhh gebeld, en met een kar met met euhh met houten wielen, zo als de 00:56 paard en wagens vroeger reden van de verhuisb… euhh zaak Immink zijn we verhuisd. 01:04 En ik heb dan, dat kan ik me nog herinneren dat euhh, me vader van de 01:09 haven een nieuwe ton haalde en dat we daar al de spullen ingestopt hebben. 01:13 Dat weet ik nog.” 01:14 “Ja ja. Die diende een beetje als verhuis..” 01:15 “Ja, verhuisdozen euh, Ja hoe dat vroeger ging dat weet ik 01:19 dus niet precies, maar dat kan ik me nog wel herinneren. 01:20 En een gedeelte daarvan, van onze huisboel, die werd euhm opgeslagen in Zoeterwoude. 01:29 Want we kwamen in een huis terecht, daar niet alles in
Interview 12, Bep en Rie Buijs-Den Dulk, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 759 fragmenten gevonden 00:00 “We zitten hier bij de tweelingzussen Buijs- Den Dulk. Dames misschien wilt u zich eerst voorstellen?” 00:10 “Jij ben eers.” 00:12 “Bep, ik ben Bep Buijs – Den Dulk, ik ben geboren 13 juli 1924.” 00:20 “En ik ben Rie Buijs – Den Dulk, ook 13 juli 1924, ja?” 00:25 “Oké. Uhm, jullie w-woonden in Scheveningen en uh terwijl het overgrote deel van de bevolking wegmoest, omdat het hier Sperrgebiet werd, mochten jullie blijven. Kunt u iets vertellen, waar woonde u en weten jullie waarom jullie mochten blijven?” 00:46 “Nou, wij woonden in de Tulpstraat 35. We moesten oorspronkelijk ook weg, maar doordat mijn vader met de visserij verbonden was…” 00:56 “Rederij.” 00:57 “… en toen mochten we weer blijven. Maar we woonden eigenlijk op een gegeven moment maar alleen in de hele straat.” 01:03 “Omdat de meeste mensen weg moesten. Ja. Wat deed uw vader precies?” 01:09 “Die had een rederij en rokerij. En nu aan de Dr. Lelykade, later, vroeger in de Weststraat.” 01:16 “En in de oorlog was die aan de Dr. Lelykade?” 01:18 “Lelykade, ja.” 01:19 “En wat hield dat, wat hield dat in, had ‘ie eigen schepen?” 01:22 “Hij had twee eigen schepen en daar was verder een rokerij. Bokkum roken en alles, ook voor buitenland.” 01:30 “En was het een groot bedrijf?” 01:31 “Nou, niet zo groot.” 01:33 “Redelijk, niet zo gek groot. Ja.” 01:35 “Want hoeveel mensen werkten daar?” 01:37 “Nou ja, je hebt…” 01:38 “Zes denk ik.”
Interview 10, Nel Noordervliet-Jol, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 573 fragmenten gevonden 00:01 Oké, nou hij loopt. 00:02 Uhm, we zitten hier bij mevrouw Noordervliet-Jol en uhm, zij 00:08 wil vertellen over uh Scheveningen in de Tweede Wereldoorlog. 00:12 Ja, zoals u al hoorde, mij naam is Nel Noordervliet-Jol. 00:16 Geboren in Scheveningen op 7 november 1918. 00:23 Mijn verhaal over de vesting Scheveningen begint in april 1943. 00:30 Toen kregen wij een bericht thuis dat we moesten evacueren want de Duitsers 00:37 wilden het gebied van Scheveningen langs de kust grotendeels ontruimen. 00:43 (Geluid verdwijnt even) een bericht waar we heen moesten en dat was een straat in het Laakkwartier. 00:52 Toen kwamen niet uit een dergelijk gebied als het Laakkwartier, dus mijn vader 00:59 ging er st, had direct overdenken om een ergens anders een onderkomen te vinden. 01:06 Nu is het zo dat in Wassenaar een heleboel mensen woonden die niet economisch gebonden 01:13 waren aan die plaats en er werd dus bepaald dat deze mensen maar elders moesten verhuizen. 01:19 En zo kwam er dus ruimte vrij om daar onderkomen te zoeken. 01:24 Dat werd ons niet door de Duitsers gegeven, dat mochten wij zelf uitzoeken. 01:30 En zo waren dus best aardige huizen waarin wij konden wonen. 01:35 De broer van mijn vader die ook in Scheveningen woonde, zocht ook een onderkomen 01:44 en toen werd er besloten dat wij een groot huis zouden huren in Wassenaar. 01:50 De verhuizing gebeurde met een hele grote auto van het Deutsches Theater in die Niederlanden. 02:00 Dat was niet zo bijzonder geslaagd, want de buren, voor de buren hadden wij
Interview 06, Daan Verbaan, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 676 fragmenten gevonden 00:00 Nou, ik ben uh Daan Verbaan. Ik ben geboren op 11 september 1930. 00:05 En mijn ouders die woonden toen op de Vuurhorsstraat numero 2. 00:13 Dan hadden ze een huisje gekocht en dat is later onteigend, want 00:18 er werd allemaal nieuwbouw gepleegd en dat was in ongeveer 34. 00:23 Toen zijn we verhuisd naar de Schuitenweg nummero 13. 00:29 Dat was een blok, een portiekblok van een oom van me en dat konden mn ouders toen huren. 00:37 En wat deed uw vader? 00:39 Mijn vader die was uh, die was toen ik geboren werd toen 00:44 was ie zeilmaker bij uh Van der Stiggel op het Spui. 00:47 Dat was een sportzaak. En uh staaldraad splitsen, touw splitsen. 00:53 En voor die tijd had ie uh bij rederijen gewerkt 00:57 op Scheveningen, ook als zeilmaker en als wandroger. 01:02 Dus die reden de netten uit van de, van de loggers op het Boesterveld bij de watertoren. 01:09 Oké, dat was een groot stuk duin waar de netten werden (onverstaanbaar). 01:11 Ja, ja, ja. Er worden nu, nou nu wordt het niet meer gebruikt daar, nee. 01:17 Want ze hebben waarschijnlijk geen vleten meer, ze hebben nu allemaal ander soort netten. 01:21 Ja. En had u broers en zussen? 01:25 Ik had uh, ik was de jongste uit een gezin van uh, van vijf, 01:31 maar voor mijn geboorte was er een zusje overleden van zeven jaar. 01:36 Die had uh door uh, waarschijnlijk door verkeerde koepokstof was
Interview 01 (Deel 2), bommen en habijten Dagelijks Leven 540 fragmenten gevonden 00:03 Nou u staat er mooi op. 00:18 (Lacht) 00:18 Ja? Waar...we hadden het net over het bidden eh zuster Adrie 00:51 Ja 00:53 Waren er eh speciale heiligen waar een speciaal gebed voor gebeden werd in Made? 00:59 Nee want het was altijd het gebed van de dag hè? 01:01 Er waren altijd de heiligen van de dag. Een breviergebed eh...nee hadden we niet. 01:09 Gewoon eh breviergebed en de heiligen die er voorkwamen. 01:14 Zou zeggen de heilige Laurentse eh...Laurentius. 01:16 Alle heiligen van eh van iedere dag, die d’r komen, Gemma of 01:21 zo, weet je niet...precies welke heiligen dat zijn (lacht). 01:26 Nou ja, u vertelde ons net dat eh dat padre Pio voor u belangrijk is. 01:31 Misschien zijn...waren er in Made ook... 01:32 Ja maar dat was...dat was die tijd nog niet hè? 01:35 Nee, nee maar misschien waren er wel... 01:37 Padre Pio, dat is pas van '56, padre Pio. 01:39 Maar speelde de eh patroonheilige een eh, een rol? 01:42 Ja, vroeger wel. 01:43 Hadden we ‘n patroonheilige, hadden heilige Hadrianus had ik, hè. Dat was een echte martelaar. 01:49 En de patroonheilige van het huis?
Interview 06 (Deel 1), bommen en habijten Dagelijks Leven 450 fragmenten gevonden 00:23 Wilt u vertellen wat uw meisjesnaam was? 00:26 Maria Cornellia 00:29 En uw achternaam? 00:30 Van de Laar 00:32 En eh hoe noemde ze u vroeger thuis? 00:34 Miet 00:37 En waar en wanneer bent u geboren? 00:39 Ik ben geboren in Liempde, 30 januari 1919 00:47 En eh waar bent u opgegroeid? Kunt u iets vertellen over hoe het vroeger thuis was? 00:52 Ja, wij hadden thuis vroeger veertien kinderen hadden wij, en de ene voedde de andere op. 01:00 Dat was een heel druk gezin natuurlijk, moeder werkte dag en nacht en mn vader die was boer. 01:29 Het hoeveelste kind was u? 01:44 Eerste. Ik was de eerste dochter, ja. Ze zijn in 1919 getrouwd, in 1918, en 1919 ben ik geboren. 02:00 Na een jaar al, negen maanden eigenlijk ja. 02:10 En wanneer wist u dat u zuster wilde worden? 02:20 Dat wist ik eigenlijk met mijn zestiende al. 02:50 Toen wist ik het al, maar ja daar gebeurde natuurlijk niks van 02:53 hè. Want mijn vader zei eh nee, dr gebeurt niks van zegt ie. 02:59 En toen mocht ik naar alle kermissen en zo. 03:02 En eerst moest je s avonds om tien uur altijd binnen zijn, want daar waren ze heel streng op hoor.
Interview 05 (Deel 2), bommen en habijten Dagelijks Leven 100 fragmenten gevonden 00:58 … eh… zou u eens wat kunnen vertellen over hoe een eh… een dagorde d’r uit zag? En of dat jullie in de oorlog je strikt aan die dagorde konden houden? En of het silentium bij jullie ook in de dagorde nagang heeft ge…(…?) En wat is een silentium? Kunt u daar wat allemaal over vertellen? 01:47 De dagorde. Nou, vroeger stonden we de allereerste tijd dat we in het klooster waren half vijf op, het is daarna vijf uur geworden. 01:58 En in Venlo? 02:00 è. Dus. 02:02 woon opstaan dan hoefde ze niet eerst op te staan. Nou dat eh… zodoende ben ik ook altijd nog mee kapelzuster geweest ook al, hoorde dat eigenlijk niet bij je vak maar je kon, ja je kon eigenlijk van alles in je, in je, je deed het maar hè. Dus. 03:03 logie was ben ik heel vaak dat ik om half twaalf ben gaan eten omdat de verpleegster om twaalf uur moest eten. Ja, en dan kon ik niet meer daar nog naartoe want, dan stond toch weer om twee uur de polikliniek. Maar dat was, echt niet meer in de oorlog maar dat was dus een gewone dagorde. 03:58 zes uur aan tafel en dan om zeven uur rozenhoedje en eh… het avondgebed bidden eh… en dan om, nee we gingen om negen uur rozenhoedje bidden. 05:07 … ja. Negen uur. Want je had van acht tot negen recreatie en dan ging je rozenhoedje en avondgebed bidden, en dan ging je allemaal naar bed toe. Dan deed je niks meer hè. Want je moest er ’s morgens weer vroeg uit. 05:23 … het bleef hetzelfde? 05:27 Nou, zoveel mogelijk. Maar dat kon niet altijd want je had bijvoorbeeld midden in de nacht, had je bijvoorbeeld een bombardement. Of overdag. 05:36 … tijdens de oorlog, werd de dagorde zoveel, dat u begint met ‘tijdens de oorlog’…? 05:45 … je kon je gebeden gewoon doen als daar de tijd voor was. Maar als er een bombardement was of d’r was een razzia, zeker toen we in de kelder zaten, met zo’n driehonderd gewonden, was dat allemaal heel anders. 06:04 Maar je paste jezelf wel aan. Dat was je eigen verantwoording als je bad of dat je niet bad. Want dat was je eigen verantwoording. Nou, je kon altijd wel een keer een tijd vinden om de vespers tussendoor te bidden, dat was iets van tien minuten. Dat kon je altijd wel, dan zei je tegen die ene zusters die bij je was: ik ga even op de trap zitten want de kapel daar konden we toch niet in. Dus gingen we op die trap zitten, die vluchttrappen. Dus daar zag je toch geen mens. En toen ging je op die trap zitten. Zo hebben wij ons eigen altijd zien te redden, ook met onze gebeden. 06:38 … bij de dagorde hoorde ook dat je een deel van de dag niet sprak met elkaar? Dat het silentium was en dat er tijdens de recreatie (…?) 06:48 Nou je moest wel met elkaar praten. 06:49 … zo’n communiteit van ziekenhuiszusters, hoe dat die met het silentium omgingen? Kunt u daar iets over vertellen? 06:58 a… dan gaven hun antwoord of niet. Nou is Limburg, ik was toen in Limburg dus Limburg is erg… net als Brabant, gemoedelijk. Maar toen ik in Den Haag was, daar waren d’r mensen die niks tegen elkaar zeiden. 08:04 silence breken, want dat moest gewoon. 09:07 él silence breken. Maar dat was er niet want je had geen, daar had je trouwens ook geen tijd voor. 09:17 … en vertelden andere zusters wel eens tegen u over hun angst of over hun zorgen? U zei dat u niet gauw bang was maar andere zusters wel. Eh, vertelden ze daar weleens wat over?
Interview 05 (Deel 3), bommen en habijten Dagelijks Leven 127 fragmenten gevonden 00:01 Ehm, kunt u wat meer vertellen over de kelders, wat betreft warmte of het er koud was of er altijd brandstof was, of er altijd elektriciteit was? 00:28 e hele dag zowat hè. 00:57 één van de bombardementen, rond het bombardement op het schoolhuis, is ook het, de gasketel van de gemeente Venlo geraakt. 01:06 Ja. 01:06 Heeft u daar iets van gemerkt dat jullie toen, geen brandstof hadden? 01:09 …, dat heeft ons gered, die deksel die ging d’r af en die draaide om en die ging d’r weer mee bovenop. 01:20 De deksel van wat? 01:22 De deksel van de gasketel. Dat weet ik toevallig van een neef van mij want die was, die lag daar als soldaat. En die heeft dat gezien. Maar anders kan ik er ook niks van zeggen. Verder hebben wij er ook niets van gemerkt. Absoluut niet. 01:39 … elektriciteit kunt u daar iets over vertellen? 01:40 è. Dan hadden we weer geen licht, alleen nog die pitjes van de…dingen, dat hadden we dan de, boven de bedden hangen, met snoeren. Maar ja dat was maar heel, heel sporadisch, maar we zagen de mensen wel liggen. Maar we hadden ook geen kaarsen of iets meer want dat was allemaal al opgebrand. 02:01 ende licht. Dan wel. 02:24 En kwam er daglicht in die kelders binnen? Kunt u daar iets over zeggen? 02:27 en geen licht. Want die Duitsers, die tapten dat ook allemaal nog af hè. En het was ook nog koud toen, was heel koud. Laatste… was echt een Hongerwinter. Maar ook de koudste winter die we gehad hebben. Vierenveertig. 03:03 En ehm, hoe kwam het ziekenhuis aan voedsel? 03:08 è. 03:10 … 03:12 ok weggehaald hè dus. Maar dat was, toen hebben we wel weer eens een keer een klein stukje vlees gehad maar het meeste, was voor de kraamvrouwen en de baby’s en de kleine kinderen. Hè, want die hadden meer d’r aan, wij kregen dan dus gewone brood. 04:10 r werd het voor de vogels gegooid maar toen namen wij het. Omdat we toen, dat was echt toen met de hongersnood… Hongerwinter. 04:40 ënt waren? Zijn er nog? 04:50 … ja twee zelfs, die in de oorlog bij ons in het ziekenhuis werkten.
Interview 07 (Deel 1), bommen en habijten Dagelijks Leven 93 fragmenten gevonden 01:06 …) ik wil eh, van vooraf aan beginnen. 01:08 Ja. 01:09 Wanneer bent u geboren en waar bent u geboren en kunt u daar, eh kunt u iets? 01:17 t meer, het is nu Duisburg dus ik ben in Duisburg geboren. En dat was een industriestad die, dat is het Ruhrgebied (…?) dus de hele, die hele streep om de Ruhr dat was heel veel eh, eh kolenmijnen da’s heel erg ehm (…?) rijk van kolenmijnen hè. 02:05 … eh… ja hoe moet ik het zeggen, werkzame eh gemeente, daar woonde ik dus ik ben als gewone burgermeisje ben ik geboren. 02:21 En wat was uw meisjesnaam, voluit? 02:23 … 02:26 ïnterviewde zegt ‘Wilczek’ terwijl de interviewer haar vraag nog niet heeft afgemaakt] uw naam? 02:28 waalfde eeuw geb… eh geleefd heb en toen dacht ik nou (…?) naam en die zuster vond ik ook niet zo lief eh (…?) amateur dit (…?) 03:06 us toen heb ik me ze weer eh… en sindsdien heette ik zuster Martha Wilczek. En het familienaam is altijd zo gebleven, hè. Dus daar valt, daar valt niks aan te veranderen (ze lacht). Die heb ik van mijn vader gehad. 04:07 En kunt u wat vertellen over het gezin waarin u bent opgegroeid? 04:13 fen, de Schiessmeister, uit elkaar schieten. 05:08 zeerd had of dat… dan moest ie verbinden. Dat was zijn werk in de mijn. Dus Schiessmeister deed dingen, de harde kolen ontploffen, laten ontploffen (…?). Ten tweede, steeds controleren op gas, of eh gas… eh of d’r gasophopingen waren hè, dus dat er geen ontploffing zou komen. 06:03 En ten derde was hij EHBO. Dat was mijn vaders taak in de mijn. 06:11 En eh hoeveel kinderen waren er bij u thuis? 06:13 we hebben een baby’tje we hebben een baby’tje, ik zeg: moeder die heb een baby’tje wanneer krijgen wij een baby’tje, hè? 06:58 toen zei ze: (…?) wil jij ook niet zo’n jasje hebben, zo’n jasje hebben? Kijk da’s toch zo mooi, moet je kijken (…?). Ja… het jasje wel maar niet het kindje. O nee, nee dan ben ik niet meer moeders liefste. 08:04 aar al doorgaat hè, als moeder zegt: m’n liefste, dan is ze ook de liefste (ze lacht). Ja da’s heel, heel eh… heel eh, ja, maar eh… ja hoe bedoel je, hoe moet ik nog meer vertellen over mijn familie? 08:43 Nou misschien wilt u ook nog wat vertellen over ehm waardoor u naar Nederland bent gekomen en waardoor u zuster bent geworden? 08:52 è. Dus we hadden al drie kindjes dood. En ik was alsmaar longen, longontsteking, longontsteking hè.
Interview 07 (Deel 2), bommen en habijten Dagelijks Leven 75 fragmenten gevonden 00:21 Goed we zijn weer klaar zuster Martha. 00:22 Ja. 00:23 … 00:23 è. 00:30 Mag ik nog even een vraag aan u stellen? 00:32 Ja. 00:33 … had, had u de Duitse nationaliteit toen de oorlog begon? 00:39 Ja. 00:39 En eh kunt u wat vertellen over wat het voor u betekende eh als eh, dat u de Duitse nationaliteit had, dat u in een Nederlandse congregatie zat en dat de oorlog uitbrak. Wat betekende dat voor u? 00:55 Dat vond ik heel erg. 00:57 Kunt u wat vertellen? 00:59 ’n oorlog moet ik echt zeggen, echt onder geleden. 01:03 oerderij ineens zo’n hele hooi… dinge wat van de beesten was hebben ze in brand gestoken. 02:04 naar de politie om te kijken of ik er nog was hè, en toen zegt en toen zei die politie op een keertje: zuster ik denk dat u zo eentje bent als we u de voordeur uitst… uitst… als we de voordeur uit eh wegsturen dat u de achterdeur weer terugkomt. 03:00 heb ik mijn woord gegeven en gelofte gedaan mijn woord heb ik aan God gegeven en hier blijf ik. En toen zeg ik: en om helemaal hier te blijven bij de congregatie, daar geef ik mijn nationaliteit, heb ik ervoor gegeven. 03:52 Kunt u vertellen wat was dat wat u moest incasseren? Kunt u daar wat meer over vertellen? 03:57 Dat er zo over, negatief over gepraat werd. 04:01 ’n gat, zo’n gat. Ons speelterrein. 04:52 waren… en toen brak de oorlog uit. Dus ze konden niet meer weg, nou dan bleven ze maar zolang bij ons. 06:06 n nu hebben ze naderhand, of… het open is geweest of niet, maar d’r zat zand in. Het was een Duitse granaat en die waren ze toen al aan het, eh hoe moet je dat zeggen eh, eh…
Interview 06 (Deel 2), bommen en habijten Dagelijks Leven 196 fragmenten gevonden 00:24 Eh, wat merkte u nog meer van de oorlog in Sint Jacob? Was er ook een radio in huis bijvoorbeeld, kreeg u berichten van wat er buiten gebeurde? 00:33 Nee je mocht geen radio hebben. Niemand mocht een radio hebben. 00:40 Had u contact met uw familie? 00:42 ’n ouders die waren geëvacueerd in Esch, die moesten ook hun huis uit. Er waren in ons huis 75 Duitsers en dat heeft mijn vader zes weken volgehouden. 01:02 eh de varkens, alles er was niks meer! In het huis waren 75 gaten geschoten, door het dak heen, en het ging niet meer met die 75 Duitsers. Want mijn zuster was heel brutaal tegen ze, als ze dan aan een handdoek kwamen dan zei daar blijf je af die is van ons zei ze dan. Die hield haar mond niet. 02:02 jn paarden, het tuig allemaal. En wij hadden zelf twee onderduikers thuis, jongens, en dan gingen ze de klompen tellen die daar stonden. Maar ze hebben ze nooit gevonden, nee. 02:40 Maar terwijl dat u eh in Sint Jacob zat hoorde u daar niks van? 02:45 Daar hoorde ik niks van, dat heb ik later gehoord. 02:47 … 02:51 è, had je ook niet zoveel eh contact mee. Maar direct na de oorlog dan was mijn vader er en die had een auto vol spullen voor ons. 03:06 è, eh lucifers, zeep, allerhande dingen had hij in die auto. En die kwam hij direct na de bevrijding brengen. Ja, dat was wel mooi, ja. 03:21 … 03:24 Dat was de eerste keer dat ik hem zag. Toen was mijn moeder er niet bij. Maar die was grijs geworden! Ze waren eerst pikzwart. En in de oorlog ineens helemaal spiergrijs, ja. Maar bij die nicht hebben ze het heel goed gehad. Maar ja dan vlogen natuurlijk de bombardementen om ze heen, dat wel ja. En de fruitbomen hebben ze allemaal tot de grond afgezaagd. Was niks meer, allemaal opgestookt. De kachel was helemaal kapot, overal spijkers in de muren geslagen. Nou het was gewoonweg erg. 04:03 Maar ze hebben het weer helemaal zelf op moeten laten knappen want daar kreeg je geen cent voor hoor. Je kreeg niks vergoed toen die tijd. En ze zijn weer opnieuw begonnen en het is weer goed gegaan, ja. 04:15 En eh in het Sint Jacob had u het eh in de oorlog had u altijd genoeg brandstof eh om te koken? 04:27 Ja dat hadden we wel 04:28 Wilt u daar eens iets over vertellen? 04:29 Dat hadden ze genoeg, kolen hadden ze heel veel in de kelder. Die dingen lagen helemaal vol kolen en hout. Maar ik heb nooit die kachels hoeven te stoken hoor, dat heb ik nooit gehoeven. Daar was ik wel blij om want dat kun je allemaal niet. 04:48 En was het ook overal verwarmd in het Sint Jacob? 04:52 Nee niet overal, het was ook wel op plaatsen koud. De eetzaal die was warm maar de slaapzalen waren niet warm.
Interview 05 (Deel 4), bommen en habijten Dagelijks Leven 53 fragmenten gevonden 00:49 … had u tijdens die oorlog contact met die ouders, met uw ouders, hoe hoorde u wel eens iets over hen? 01:00 Jawel. 01:01 Hoe? 01:02 Dus eh… toen was ik gerustgesteld. Dacht eerst: zou die met niet beduvelen maar ja nou… 02:01 nog te kunnen eten. Die maag stond er niet meer naar. 02:48 …? 02:53 ’r af gehaald en dan was het weer een gewone want anders dan hadden ze… maar Eindhoven was wel gewaarschuwd dat ze daarmee weg waren. 03:10 … hebben hun mij niet verteld, maar daar wist ik wel van, van vader en moeder. En die waren bij ons ondergedoken geweest. Maar nou konden ze gewoon (…?) de straat op hè. 03:25 Wat vond u het ergste aan de oorlog wat vond u het moeilijkst het zwaarste in die tijd? 03:28 an zeggen: nou dan ga ik wel weer. Ofschoon ik dat ook helemaal niet prettig vond want dat vond ik het ergste. 04:07 heel erg. Vind ik heel erg. Maar ja, dat zit in mij zeg ik dan, da’s van mij. 04:41 … (…?) 04:51 Nee, mijn roeping is daar nooit door veranderd ik voelde gewoon ik ben geroepen om de mensen te helpen en dat blijf ik doen en dat heb ik altijd gedaan. 05:02 En uw geloof? 05:02 probeer altijd voor iedereen goed te zijn en als hier zo dadelijk iemand binnenkomt en een of andere vraag komt stellen dan zeg ik: pak de stoel en ga d’r bij zitten. En dan gaan ze d’r even bij zitten. 05:53 … nog wat foto’s voor u gebracht… even kijken waar ik ze heb… 06:12 En dan wil ik kijken of dat u daar wat bij wilt vertellen? 06:13 Ach gos zuster Nicasa op de kinderafdeling. Die is ook al dood, die zuster. Waar heb je die vandaan gehaald? Hier? 06:22 Ze komen uit een beeldarchief. 06:22 … altijd beschilderd met alles, dat was heel erg mooi.
Interview 01 (Deel 1) bommen en habijten Dagelijks Leven 144 fragmenten gevonden 00:00 Ja? Zit u best? 00:00 Ik vind het wel om uit te houden. Dus. 00:01 è. Dat kan altijd. 00:05 Je zou iets naar achteren gaan zitten. Dat is iets veiliger. 00:05 Ik iets naar achteren. 00:05 Naar achteren, ja. 00:06 Dan moet ik voorzichtig zijn met die snoeren allemaal. 00:07 Ja. 00:07 Zo? 00:07 Ja, eh, ja. 00:07 (lacht) 00:07 Bent u er klaar voor zuster Adrie? 00:13 Nou dat wist ik nog niet (lacht). 00:35 (lacht) Nou het gaat vanzelf hoor. We gaan nu gewoon eh...eh over van alles en nog wat praten. En u heeft me net al heel veel zitten vertellen. 00:42 (lacht) Oh ja. 00:44 En zo gaan we op dezelfde manier door. 00:46 Oh ja. 00:47 U kunt me gewoon vertellen wat u, wat u weet. Wat, wat... 00:49 Ja. 00:49 Wat in u weer...(haalt diep adem) wat u zich herinnert.
Interview 07, Ank van der Ende-van der Wiel en Truus Thijsse, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 651 fragmenten gevonden 00:00 twee dames die uhm alles kunnen vertellen over de afschuwelijke gebeurtenis die da, die dag heeft plaatsgehad. En dames misschien wilt u zich eerst voorstellen?” 00:34 “Ja, ik ben dus Truus Thijsse, uh, ik ben geboren 27 februari 1921 en ik uh... Bij het ongeluk zijn mijn vader, broer met zijn twee kindjes omgekomen.” 00:54 “En ik ben Ank van de Ende – van der Wiel. Ik ben getrouwd geweest 50 jaar met Jaap, de zoon die nog bij zijn ouders thuiswoonde toen toch al 27 jaar was, maar het was oorlogstijd. En ik ben in die oorlog, was ik dus op Scheveningen bij mijn familie.” 01:19 “De uhm ramp deed zich voor op 23 maart 1945 uhm... Herrinnert u zich wat voor dag dat was voordat die V2 raket viel?” 01:32 “Ja, dat was vrijdagmorgen, vrijdag, een zonnige dag en uh ’s morgens vroeg uh was ik in huis aan het luiers wassen, want ik had een baby, ut, en toen hoorden wij, hoorde ik de V2 opgaan. Dat gebeurde wel meer, maar deze weigerde en daardoor uh was je dan bang dat dat ding op je huis zou komen.” 02:07 “Waar woonde u in die tijd?” 02:09 “Op de Schokkerweg.” 02:10 “Dat is vlak bij de Scheveningse haven hè?” 02:13 “Ja, het kruist de Westduinweg.” 02:15 “Ja, uhm, hoe laat gebeurde het zei u?” 02:18 “Ik dacht een uur of negen.” 02:21 “Dat was ook uw idee?” 02:23 “Ja, dat denk ik, dat het een uur of negen was.” 02:25 “Oke. Maakte die V2’s veel herrie? Kon je die (onverstaanbaar)?” 02:28 “Ja. Ja, absoluut.” 02:29 “Vreselijk.” 02:29 “Want hoe ging dat dan als zo’raket werd gelanceerd?” 02:33 “Nou je zag ‘m opgaan en er zat een hele vurige staart aan en uh... Dat ging regelrecht, heel hoog en uh ging dan over naar Engeland. Daar was het op gericht, maar je dacht dan ‘Gelukkig, hij doet het’.” 02:53 “Als het geluid door bleef gaan?” 02:55 “Maar, ja, ja.”
Interview 08, Gerrie de Jong-Spaans, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 253 fragmenten gevonden 00:00 “Zo, oké. Zullen we dan maar beginnen?” 00:00 “Ja goed zo.” 00:00 “Goed uhm. Ik zit hier bij mevrouw De Jong- Spaans, die in de Tweede Wereldoorlog in Duindorp woonde en daar moest ze weg vanwege de bouw van de bunkers en andere verdedigingswerken. Mevrouw De Jong vertelt u eens iets over uzelf.” 00:00 kregen we naderhand een, een huisje in een huis in de Hortensiastraat en dat was net recht over een school. Zal ik dan later nog vertellen.” 00:00 “Maar dat was niet bij die mensen die vroegen of u bij ze in huis kwam?” 00:00 “Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee.” 00:00 “Die vrouw die kwam zomaar spontaan aan de deur?” 00:00 43 tot ’46, eind ’46 hebben we daar gewoond. En toen is uh, uh, Leen is daar niet in de, niet daar zelf geboren, in de kliniek. En, en die Nico die is daar het laatste jaar, in ’46, is, is daar ook geboren.” 00:00 “Ja ja.” 00:00 ren allemaal die oud NSB-ers, daar waren allemaal daar de huizen voor uh, die zaten daar zogenaamd dan gevangen.” 00:00 “Ze hebben, ze hebben de wijk als gevangen kamp ingericht?” 00:00 “Ja, ja, ja. Rond Tesselseplein hebben ze dan die huizen van de Gemeente allemaal als, niet waar ik woonde, met de Houtrustweg, daar niet, maar dat hele stuk daar rond Tesselseplein.” 00:00 “Ja. Nog even terug naar uhm naar het moment dat jullie weg moesten uit uh, uit Duindorp. Toen had u alleen een dochter?” 00:00 “Ja, ja.” 00:00 “En u was getrouwd. En toen kwam die brief binnen dat jullie weg moesten.” 00:00 “Ja, ja.” 00:00 “Kwam dat onverwacht?” 00:00 allemaal het land in (wuift met hand). Die werden allemaal met de trein. Maar mijn man werkte toen natuurlijk dan toch nog hier. In de, nou niet meer op Scheveningen, want Scheveningen was al afgesloten. Dat werd al afgesloten. En toen moest in dat bedrijf, was zo lang in IJmuiden. Dus dan ging…” 00:00 “Wat deed uw man voor werk?” 00:00 dat was niet. En de kerk kreeg je ook niks van want die hadden ook geen geld meer. Dus toen heb ik nog verschillende dingetjes gedaan, dus toen kwam er toch nog iets binnen. Eigenlijk je gebruikte nog geen eens zo veel. En je hoefde maar heel weinig te voor wonen dus…”
Interview 04 (Deel 2), bommen en habijten Dagelijks Leven 114 fragmenten gevonden 00:06 Nou, dan gaan we weer verder. Ehm, zuster Cecilia, eh, u gaf dus les op die school, op de Jansschool, had u ook wel eens te maken met NSB'ers, of kinderen van NSB'ers? 00:22 Ja! Die zaten ook in de klas... 00:24 Weet u daar... Wat kunt u daar over vertellen? 00:25 è. Dus, eh... 00:29 Kunt u opnieuw beginnen dat u met een hele zin eh het vertelt? 00:34 è, dus je was altijd toch wel in spanning, dat er, dat er iets zou gebeuren. 00:59 ggen. (...) 02:00 En eh, heeft u ook wel eens in die oorlogstijd met eh joden te maken gehad? 02:08 natuurlijk wat het is als je dus met joden te maken had gehad. 03:19 … 03:34 Bezet. 03:34 Gebombardeerd, en dan beginnen er een zevental spannende dagen voor u. Kunt u vertellen hoe, hoe dat u dat beleefd hebt, wat u zich daarvan herinnerd. 03:44 t eh per dag bij te houden. En dus als u die beschrijving hebt dan eh heb je misschien enig idee wat wij toen die dagen meegemaakt hebben. 04:22 Ik heb er wel wat van gelezen, maar kunt u ons nog wat vertellen wat u zich er nu nog van herinnerd, hoe dat dat gegaan is? U woonde in, eh, op het Walburgplein, en eh dan wordt er gebombardeerd en hoe, wat, hoe heb, heeft u dat beleefd? 04:44 f je weer ademhalen. Je ondergaat het. 05:43 En hoe was dat met uw medezusters en de moeder-overste, wat werd er gedaan, wat, wat deden jullie? 05:49 n zes heb ik weer zitten souperen. Zo. 06:57 En hoe was die kelder, kunt u die beschrijven? 07:01 è. Dat is, dan zit je op de trappen van de keldergang (?) of je zit daar op de grond of je zit daar op een of andere doos die d'r in de kelder staat en, eh, en d'r wordt op gerekend op den duur hè. Je zorgt dan in den duur dat er wat stoelen en banken staan, omdat je weet dat je daar moet zitten. 07:21 Heeft u daar ook nog wel eens de nacht doorgebracht?
Interview 02, Jasper Buijs, Atlantikwall Den Haag Dagelijks Leven 10 fragmenten gevonden 00:00 “Goed u bent uhm, de broer van Nico Buijs.” 00:00 “U hoorde vliegtuigen?” 00:00 “Jasper Buijs.” 00:00 “Ja, en knallen en gooien en schieten, ja. 00:00 “Ja, ja, ja. Ja, was niet zo gezellig nee. Je wist ook niet wat er allemaal gebeurde, ja.” 00:00 Maar je ken, ging toch buiten kijken. 00:00 “U bent Jasper Buijs. Wanneer bent u geboren?” 00:01 “Drie, zes, drieëntwintig.” 00:01 Dat deed je toch, want je was toch een soort nieuwsgierig. Wist jij veel. Niks, ja.” 00:01 “Oke, uhm. Herinnert u zich uhm het moment dat de oorlog uitbrak? U werkte ook op de werf hè?”