menu

Interview met Harke Douwe Smits

Project:

Reis van de Razzia
Realisatie project:
Erik de Jager (Stichting Reis van de Razzia)
Tijdsbestek:
November 1944 - Juli 1945
Locatie:
Rotterdam; Nederland; Duitsland; Schiedam; Gouda; Utrecht; Arnhem
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Bij het bombardement van 31 mei 1943 werd het huis van Harke Douwe Smits verwoest. Zijn moeder en zussen waren onder het puin vandaan gehaald door een Duitse soldaat. Het gezin vond een nieuw onderkomen aan de Goudsesingel. Harke heeft een tijdje minder sympathie gevoeld voor de Engelsen. Bij de razzia besloot Harke Douwe, in overleg met zijn moeder, om zich op te offeren.

Na een nacht bij de Noorderbrug gestaan te hebben, werd hij in colonne afgevoerd naar Gouda, begeleid door de huilende vrouwen van een aantal mannen. Van Gouda liepen ze naar Utrecht. Daar is Harke hem gesmeerd zonder vooropgezet plan. In Utrecht kon hij geen hulp en onderdak vinden en uit angst om neergeschoten te worden, heeft hij zich maar weer gemeld bij een Duitser met het verhaal dat hij zijn groep kwijt was.

Harke Douwe werd ingezet als timmerman in de buurt van Arnhem. Hij heeft ook in opdracht van de Duitsers huizen geplunderd die waren verlaten door de bewoners na de Slag om Arnhem.

Na een aantal maanden, en ditmaal na een lange voorbereiding, is hij met een groepje ontsnapt. Op een nacht, onderweg naar huis, werden ze opgepakt. De Duitse parachutisten wilden de mannen fusilleren. Na mishandeld te zijn, kon het Harke niet meer schelen, hij was op een diep punt gekomen. Na plotselinge tussenkomst van een gearriveerde onderofficier werden ze vrijgelaten en toen keerde het leven weer terug in Harke. Bij thuiskomst dook hij onder bij een zus, totdat de bevrijding kwam.

De gebeurtenissen hadden zo'n invloed gehad op Harke Douwe dat hij zich, soms nog steeds, moet wapenen tegen haatgevoelens jegens de Duitsers als hij soldaten met helmen uit die tijd op televisie ziet.

Andere interviews over Reis van de Razzia