menu

Interview met Jan Terlouw, Reis van de razzia

Project:

Reis van de Razzia
Realisatie project:
Erik de Jager (Stichting Reis van de Razzia)
Tijdsbestek:
November 1944 - Juli 1945
Locatie:
Rotterdam; Nederland; Kampen; Wezep
Meer projectdetails

U kunt hier naar fragmenten zoeken

Jan Terlouw was acht jaar toen de Tweede Wereldoorlog in Nederland kwam en was 13 jaar toen hij werd bevrijd. Hoe vormend deze jaren geweest waren, blijkt niet alleen uit het engagement van deze oud-voorman van D66, maar misschien nog wel meer uit één van zijn boeken: ‘Oorlogswinter’.

Een van de meest indrukwekkende gebeurtenissen uit ‘Oorlogswinter’ is de gijzelneming en het doodschieten van de vader van de hoofdpersoon, Michiel van Beusekom. Tijdens het interview blijkt dat deze angst een reële angst was binnen het gezin Terlouw. Vader Terlouw was dominee binnen de Nederlands-Hervormde kerk en als de Duitsers een represaillemaatregel wilden uitvoeren, dan was het zeer goed mogelijk dat dominee Terlouw, als één van de notabelen van het dorp, daarmee te maken kreeg.

In het laatste oorlogsjaar probeerde het gezin Terlouw de mensen die op hongertocht waren zo goed mogelijk bij te staan met raad en daad. De vader ging met een opbeurend woord en de bijbel het verenigingsgebouw langs, moeder keek nog eens in de provisiekast wat ze kon missen en de dertienjarige Jan ging met de hongerlijders de boerderijen af in de hoop dat deze wat meer zouden geven. Ondanks zijn dertien jaar viel het Jan op dat naarmate de winter langer voortduurde, de mensen die op hongertocht gingen, er steeds armoediger uitzagen. Ook viel het hem op dat veel van deze mensen niet jong meer waren; zij gingen op hongertocht om hun kleinkinderen eten te kunnen geven.

Ergens in november kwam er, in de herinnering van meneer Terlouw, ‘plotseling’ een andere groep voorbij, die van 6000 Rotterdammers. Deze waren volgens meneer Terlouw uitgehongerd. De Wezepenaren zochten en vonden eten voor deze mannen. Dat namen deze mannen (zo blijkt uit de interviews met de razziagangers) graag aan. Een paar dagen later trok er eenzelfde stoet voorbij, nu met 4000 mannen. Ook hier was het duidelijk dat het gevangenen waren, maar geen criminelen. In Wezep kwamen de mannen terecht in een kazerne waar ze de nacht doorbrachten, waarna ze verder trokken.

Dat in een oorlog de dingen niet altijd zijn wat ze lijken, komt in het boek 'Oorlogswinter' goed naar voren. De dilemma’s waar mensen mee te maken kregen, waren van een andere orde dan in vredestijd. Meneer Terlouw geeft in het interview een aantal voorbeelden en illustreert daarmee in hoeverre het boek ‘Oorlogswinter’ niet eens zover afstaat van die allerlaatste Hongerwinter zoals hij die heeft beleefd als dertienjarige domineeszoon in Wezep.

Andere interviews over Reis van de Razzia